NL
met het huidige stroomniveau.
2 Stel onmiddellijk daarna een
bereidingsduur in tussen 1 en 99
minuten met de sensoren
ó
(11). Bij de eerste start de
waarde met 60, en bij de tweede
start ze met 01. Als u de sensoren
(10) ó
(11) ingedrukt houdt,
wordt de waarde teruggeplaatst op
00. Als er minder dan één minuut
resteert, begint de klok af te tellen
in seconden.
3 Als de timer indicator (12) stopt met
knipperen, begint hij automatisch
af te tellen. De indicator (3) van
de kookplaat met timer geeft
alternerend het geselecteerde
stroomniveau en het symbool
weer.
Zodra de geselecteerde bereidingstijd
verstreken is, schakelt de kookplaat
met timer uit en de klok geeft een
reeks pieptonen weer gedurende
een aantal seconden. Om het
hoorbare signaal uit te schakelen,
raakt u een sensor aan. De timer
indicator (12) geeft een knipperende
00 weer naast het decimale punt (4)
van de geselecteerde zone. Als de
uitgeschakelde kookplaat warm is,
geeft de stroomindicator alternerend
het H-symbool en een "-" weer.
. Als u gelijktijdig een timer wilt
inschakelen op andere kookplaat moet
u stappen 1 tot 3 herhalen.
Als u een timer hebt ingeschakeld
voor een of meerdere zones geeft
de timer indicator (12) standaard de
kortste resterende tijdsduur weer,
en een "t" verschijnt op de betrokken
zone. De andere zones met timers
geven op hun overeenstemmende
indicatorzones een knipperend
decimaal punt weer. Wanneer de
cursor 'schuifregelaar" of een andere
timer ingedrukt is, geeft de timer de
resterende tijdsduur van die zone
Afb. 8
112
weer gedurende een aantal seconden
en de indicator geeft alternerend het
stroomniveau of de "t" weer.
(10)
De geprogrammeerde tijdsduur
wijzigen.
Om de geprogrammeerde tijdsduur
te wijzigen, moet u de cursor
"schuifregelaar" (2) van de zone met
timer indrukken. Daarna kunt u de
tijdsduur aflezen en wijzigen.
U kunt de geprogrammeerde tijdsduur
wijzigen met de sensoren
(11).
De klok loskoppelen
: Als u de klok wilt stopzetten voor
de geprogrammeerde tijdsduur
verstreken is, kunt u eenvoudig de
waarde aanpassen op "--".
1 Selecteer de gewenste plaat.
2 Pas de waarde van de klok aan
op "00" met de sensor
klok wordt geannuleerd. Dit is ook
mogelijk door snel en gelijktijdig op
de sensoren
drukken.
Stroombeheerfunctie
Sommige modellen zijn uitgerust
met een stroombeperking functie
(stroombeheer) Deze functie biedt
de mogelijkheid het totale vermogen
van een kookplaat in te stellen op
verschillende waarden geselecteerd
door de gebruiker. In dit kader hebt
u toegang tot het stroombeperking
menu tijdens de eerste minuut nadat
u de kookplaat hebt aangesloten op
het netwerk.
1 Druk gedurende drie seconden
op de
(11) aanraaktoets.
De PL letters verschijnen op de
tijdsindicator (12
2 D r u k o p d e v e r g r e n d e l i n g
a a n r a a k t o e t s
verschillende stroomwaarden
waarop de kookplaat kan worden
beperkt verschijnen en deze
kunnen worden gewijzigd met de
3 Zodra de waarde geselecteerd
is, drukt u een maal op de
vergrendeling aanraaktoets
(6). De kookplaat wordt beperkt op
de geselecteerde stroomwaarde.
Als u de waarde opnieuw wilt wijzigen,
(10) en
moet u de kookplaat loskoppelen en
na een aantal seconden opnieuw
inschakelen. Zo krijgt u opnieuw
toegang tot het stroombeperking menu.
Elke maal het stroomniveau van een
kookplaat wordt gewijzigd, zal de
stroombeperker het totale vermogen
berekenen dat wordt gegenereerd
door de kookplaat. Als u de totale
stroomlimiet hebt bereikt, zal de
aanraakgevoelige bediening u niet
toelaten het stroomniveau van die
(10). De
kookplaat te verhogen. De kookplaat
geeft een pieptoon weer en het stroom
controlelampje (3) zal knipperen
(10) en
(11) te
op het niveau dat niet mag worden
overschreden. Als u die waarde wilt
overschrijden, moet u het vermogen
van de andere kookplaten verlagen.
Soms volstaat het niet een andere te
verlagen met een niveau want dit hangt
af van het vermogen van elke kookplaat
en het ingestelde niveau. Het is mogelijk
dat, als u het niveau van een grote
kookplaat wilt verhogen, u meerdere
kleinere platen moet verlagen.
Als u de snelle inschakelfunctie gebruikt
op maximum vermogen en deze waarde
is hoger dan de waarde ingesteld door
de limietwaarde wordt de kookplaat
ingesteld op het maximum niveau. De
kookplaat geeft een pieptoon weer en
de stroomwaarde knippert twee maal
op het controlelampje (3).
( 6 ) .
(11) en
(10) sensoren.
D e