3.4 Dosering stoppen en starten
Controleer of de pomp correct is geïnstalleerd en in bedrijf genomen.
1. Stoppen met dosering:
•
Druk bij pompen met AR-besturingseenheid op de start/stop-knop.
•
Schakel de voedingsspanning uit.
2. Starten met dosering:
•
Schakel de voedingsspanning in.
•
Druk bij pompen met AR-besturingseenheid op de start/stop-knop.
Gerelateerde informatie
• 3.1 De pomp voorbereiden voor inbedrijfname
• 3.3 De pomp in bedrijf nemen
3.5 De pomp ontluchten tijdens bedrijf
Controleer of de pomp correct is geïnstalleerd en in bedrijf genomen.
1. Laat de tegendruk af zodat lucht kan ontsnappen en doseermedium naar buiten kan stro-
men.
•
Open het ontluchtingsventiel (17), indien geïnstalleerd.
•
Open het veiligheidsventiel, indien geïnstalleerd.
2. Schakel de voedingsspanning in.
3. Voor pompen met AR-besturingseenheid: Druk op de start/stop-knop en houd deze inge-
drukt voor continu bedrijf tijdens het ontluchtingsproces.
4. Stel de instelknop voor de slaglengte in op 100%.
5. Laat de pomp draaien totdat het doseermedium geen luchtbellen meer bevat.
De pomp is ontlucht.
6. Schakel het ontluchtingsventiel of veiligheidsventiel opnieuw in.
•
Sluit het ontluchtingsventiel (17) indien geïnstalleerd.
•
Schakel het veiligheidsventiel opnieuw in, indien geïnstalleerd.
7. Schakel terug naar de bedrijfsinstellingen van de pomp.
Gerelateerde informatie
• 3.3 De pomp in bedrijf nemen
• 3.4 Dosering stoppen en starten
• 9.3.1 Aandraaikoppel
WAARSCHUWING
Chemisch gevaar
Dood of ernstig persoonlijk letsel
● Draag beschermende kleding bij werkzaamheden aan de doseerkop, aanslui-
tingen of leidingen.
● Voordat u de druk aan de perszijde aflaat, controleert u of ontsnappend do-
seermiddel geen letsel of schade kan veroorzaken bij personen of appara-
tuur.
● Verzamel alle chemicaliën en voer deze af op een wijze die niet schadelijk is
voor personen of het milieu.
DMX 221 | | 616