4. Laat de sensor weken in de zuuroplossing:
a. Sluit de klep van de doorstroomkuvet.
b. Open de klep van de oplossing onder de zuurcontainer totdat de zuuroplossing de
doorstroomkuvet vult. Raadpleeg
flowleiding onder de kleppen van de oplossing om de flowleiding te reinigen.
c. Wacht 5 minuten.
De weekstap helpt kalkvorming te verwijderen en bacteriegroei te voorkomen.
d. Open de klep van de doorstroomkuvet om de zuuroplossing af te tappen.
5. Spoel de sensor met het spoelwater:
a. Open de spoelklep om de sensor volledig met het spoelwater te spoelen gedurende 1 tot
5 minuten.
b. Sluit de spoelklep.
c. Sluit de klep van de doorstroomkuvet.
d. Open de spoelklep totdat de doorstroomkuvet met het spoelwater is gevuld. Laat het
spoelwater in de leiding onder de oplossingskleppen stromen.
e. Sluit de spoelklep.
f. Open de klep van de doorstroomkuvet om het spoelwater af te tappen.
g. Voer stap
c
t/m
6. Spoel de sensor af met het gedemineraliseerde water:
a. Sluit de klep van de doorstroomkuvet.
b. Houd de klep voor gedemineraliseerd water omlaag gedrukt totdat het gedemineraliseerde
water de doorstroomkuvet vult.
c. Open de klep van de doorstroomkuvet om het gedemineraliseerde water af te tappen.
De gebruiker kan de kalibratieprocedure starten.
Afbeelding
f
nog twee keer uit.
9. Laat de zuuroplossing omhoog komen in de
Nederlands 167