Descargar Imprimir esta página

Bediening Van De Laadbrug; Bedrijf Van De Laadbrug - Novoferm NovoDock L100 Manual De Montaje Y Funcionamiento

Ocultar thumbs Ver también para NovoDock L100:

Publicidad

Idiomas disponibles
  • MX

Idiomas disponibles

  • MEXICANO, página 45
Staat het laadbrugplatform bij het aanleggen op
het laadvlak in de onderste stand (onderste
eindaanslag), mag het laden en lossen niet
plaatsvinden! Dit geldt ook als het
laadbrugplatform door het beladen van het
voertuig tot op de eindaanslag heeft kunnen
dalen. Dit kan bijv. door het wijzigen van de
hoogte van het buitenterrein worden verholpen.
5.2

Bediening van de laadbrug

Afb.
a
, pagina A13. De bediening van de laadbrug
bestaat uit de volgende stappen:
1. Het te beladen of te lossen voertuig moet voor het
perron worden gepositioneerd en door het gebruik
van de parkeerrem van het voertuig en door
wielblokken tegen wegrollen worden beveiligd.
Haal de bedieningshendel uit de houder en plaats
deze in de hiervoor bedoelde opnameopening.
2. De bedieningshendel naar achter trekken, het
laadbrugplatform komt omhoog. In de bovenste
stand klapt de klaplip uit.
3. Het laadbrugplatform langzaam op het
voertuiglaadvlak laten zakken.
4. Verwijder de hendel uit de bedieningspositie en
plaats deze weer in de houder. Nu kan over de
laadbrug worden gereden voor het beladen of
lossen.
5. Voor het inklappen van de klaplip de
bedieningshendel uit de houder halen en in de
opnameopening van het laadbrugplatform
plaatsen.
6. Het laadbrugplatform met een snelle beweging
van het vrachtwagen laadvlak heffen. De klaplip
wordt ingeklapt.
7. De laadbrug kort voor de bovenste stand laten
zakken, om deze daarna in de ruststand te
brengen.
8. Verwijder de bedieningshendel uit de
bedieningspositie en plaats deze weer in de
houder. De vrachtwagen kan de verladingslocatie
verlaten.
5.3

Bedrijf van de laadbrug

Knelgevaar door vallende laadbrug!
WAARSCHUWING
Ledematen van personen kunnen door
de werlende laadbrug bekneld raken.
De laadbrug moet zichtbaar zijn
vanaf de bedieningslocatie.
Tijdens het omhoog en omlaag be-
wegen van de laadbrug mogen
geen personen binnen het bewe-
gingsbereik van de laadbrug aan-
wezig zijn.
Deze montage-, bedienings- en onderhoudshandleiding moet tijdens de gehele gebruiksduur worden bewaard!
Struikel- of valgevaar bij geheven
VOORZICHTIG
laadbrugplatform!
Bij geheven en bij het niet gebruiken
hiervan laadbrugplatform bestaat strui-
kel- of valgevaar.
De laadbrug na gebruik direct in de
ruststand brengen.
Alleen bij inbouwsituatie RX:
VOORZICHTIG
Valgevaar bij het betreden van de
bufferkasten!
De bufferkasten hebben geen valbevei-
liging.
De bufferkasten niet betreden.
5.3.1 Vrachtwagen positioneren
Zorg dat tussen de laadbrug en de
achteruitrijdende vrachtwagen geen personen en
hindernissen aanwezig zijn.
De vrachtwagen met geopende deur en
neergelaten laadlift positioneren.
Beveilig de vrachtwagen met de rem en
wielblokken, resp. veiligheidswielblokken
(optioneel)
5.3.2 Laadbrug op het vrachtwagenlaadvlak
positioneren
Valgevaar bij het verladen!
VOORZICHTIG
Bij een te klein contactvlak van de klap-
lip op het vrachtwagenlaadvlak kan het
laadbrugplatform wegglijden.
De klaplip moet 80 mm tot 130 mm
diep en over gehele breedte stevig
op de vrachtwagen liggen.
Plaats de klaplip van de laadbrug op het
vrachtwagenlaadvlak.
Nu kan de laadbrug worden bereden.
De laadbrug na gebruik direct in de ruststand
brengen.
NL - 67

Publicidad

loading