B
Gebruik van het toestel
dampkap zal worden uitgeschakeld. De functieknoppen kunnen alleen worden gebruikt wanneer
de afdekkap open staat.
3.
Knop (Lamp):
Druk op de knop
(Lamp) en de achtergrondverlichting van deze knop en de lamp zullen gaan
branden. Als u nogmaals op deze knop drukt, zullen de achtergrondverlichting van de knop en de
lamp doven. De volgende handelingen kunnen meermaals worden uitgevoerd.
4.
Knop (Verhogen):
• Druk op de knop
(Verhogen): de achtergrondverlichting van de knoppen
(Verlagen) en
(Aan/uit) gaat branden. De dampkap begint op lage snelheid te werken. Op het
ledscherm zal «1» worden weergegeven.
• Druk nogmaals op de knop
(Verhogen) wanneer de dampkap op lage snelheid werkt: De
achtergrondverlichting van de knoppen
(Verhogen),
De dampkap werkt op gemiddelde snelheid en op het ledscherm zal «2» worden weergegeven.
• Druk nogmaals op de knop
(Verhogen) wanneer de dampkap op gemiddelde snelheid werkt:
de achtergrondverlichting van de knop
(Verhogen) zal doven. De knoppen
(Aan/uit) zullen blijven branden. De dampkap werkt op hoge snelheid en op het ledscherm zal
«3» worden weergegeven.
• Als u nogmaals op de knop
(Verhogen) drukt terwijl de dampkap op hoge snelheid werkt, dan
zal deze op hoge snelheid blijven werken.
5.
Knop (Verlagen)
• Druk op de knop
(Verlagen) zodat de dampkap een snelheid lager gaat werken, op het scherm
zal de huidige werkingssnelheid worden weergegeven. Als u op de knop
wanneer de dampkap op hoge snelheid werkt, zal deze op gemiddelde snelheid gaan werken. De
achtergrondverlichting van de knoppen
Als u op de knop
(Verlagen) drukt wanneer de dampkap op gemiddelde snelheid werkt, zal
deze op lage snelheid gaan werken. De achtergrondverlichting van de knoppen
(Verlagen) en
(Aan/uit) gaat branden. Als u nogmaals op de knop
wanneer de dampkap op lage snelheid werkt, zal de dampkap worden uitgeschakeld, net zoals
de achtergrondverlichting van de knop
72
(Verhogen),
(Verlagen) en
(Aan/uit) gaat branden.
(Verlagen) en
(Verlagen) drukt
(Verhogen),
(Verlagen) en (Aan/uit) gaat branden.
(Verhogen),
(Verlagen) drukt
(Verlagen).
NL
B
Gebruik van het toestel
6.
Knop (Timer):
• De
knop (Timer) werkt alleen wanneer de motor is geactiveerd en de lamp brandt. De timer
is ingesteld op 5 min. De timer kan worden herhaald. Nadat de tijd om is, zal de dampkap worden
uitgeschakeld en zal de lamp doven.
• Wanneer de timer is ingesteld, en als u ondertussen de snelheid aanpast, zal de ingestelde
tijdsduur worden herberekend.
73
NL