16 – Drukwaarde; 17 – Trend van de druk; 18 – Ontvangst van het signaal DCF; 19 – Wekkeractive-
ring; 20 – Zomertijd; 21 – Uren; 22 – Weeklnummer; 23 – Naam van de dag in de week; 24 – Maand;
25 – Dag; 26 – Activering temperatuuralarm; 27 – Rotatie – weergave van sensorwaarden 1/2/3;
28 – Kanaalnummer van de buitensensor; 29 – Symbool voor ontvangst van het sensorsignaal;
30 – Comforticoon – smiley
Weerstation: bedieningstoetsen voor instelopties:
Mode (A*)
CH (B*)
ALERT (C*)
SNOOZE • LIGHT (D*)
• MEM (E*)
• HISTORY (F*)
Weerstation: beschrijving van de achterkant:
G – Connector voor aansluiting van de voedingsadapter; H – Batterijdeksel; CH – Gaten om het station
aan de muur te hangen; I – Staander voor het station
Sensor
J – LED-diode signaaloverdracht van de sensor; K – Buitentemperatuur en -vochtigheid; L – Om-
schakelen van het kanaalnummer van de sensor (1,2,3); M – Temperatuureenheid; N – Gat om op
te hangen aan de wand
Technische specificaties
klok gestuurd door het radiosignaal voor tijdformaat: 12/24 u
binnentemperatuur: 0 °C tot +50 °C, resolutie 0,1 °C
nauwkeurigheid van de temperatuurmeting: ±1 °C voor het bereik 0 °C tot +40 °C, anders ±2 °C
buitentemperatuur: -50 °C tot +70 °C, resolutie 0,1 °C
Druk op de toets
Tijdweergave, wekker 1, wekker 2.
Weergave van sensorwaarden 1–3
en activering van de rotatiemodus.
Weergave van sensorwaarden
1–3
.
ZIn-/uitschakelen van het
temperatuuralarm .
1. Herhaald wekken – uitstellen
met 5 minuten.
2. Achtergrondverlichting van het
station – bij gebruik op batterijen.
3. Achtergrondverlichtingsmodus
wijzigen – geldig bij gebruik op
netadapter.
1. Controle van de gemeten
MAX/MIN temperatuur- en
vochtigheidswaarden.
2. Een stap vooruit in de
instelmodus.
1. Controle van de geschiedenis
van de drukwaarden van 0 tot
12 uur.
2. Een stap terug in de
instellingsmodus.
106
Houd toets ingedrukt (3 seconden)
Instellen tijdformaat,
tijdsverschuiving,
kalenderformaat, jaar, maand,
dag, uur, minuut, taal voor de dag
van de week, drukeenheid hPa/
inHg, eenheid °C/°F.
Opnieuw vinden van het
sensorsignaal en koppelen van
sensoren 1/2/3.
Instellen van het temperatuuralarm.
Instellen van de zeespiegelhoogte
en veranderen van het
weersvoorspellingsicoontje.
1. Wis de MAX/MIN waarden uit
het geheugen.
2. Versnellen van de instelling
vooruit.
Versnellen van de instelling naar
achteren.