9. Leegpompen
Bij verplaatsen of verwijderen van buitenunit dient het systeem volgens de
onderstaande procedure te worden leeggepompt, zodat geen koelmiddel in de
atmosfeer terecht kan komen.
1 Schakel het gehele voedingscircuit (met inbegrip van de binnenunit, verwarmer,
buitenunit enzovoort) UIT.
2 Sluit het meetverdeelstuk aan op de onderhoudsopening van de afsluitkraan in
de gasleiding aan de buitenunit.
3 Draai de afsluitkraan in de vloeistofleiding aan de buitenunit volledig dicht.
4 Wijzig de instellingen op de binnenunit.
• Zet DIP-schakelaar SW1-3 op OFF, SW2-1 op OFF, SW2-4 op ON en SW6-3
op OFF op het schakelbord van de binnenunit.
• Ontkoppel de signaalingangen IN1 (ingang voor kamerthermostaat 1), IN4
(ingang voor belastingsregeling) en IN5 (ingang voor buitenthermostaat).
nl
IN1
IN4
IN5
5 Schakel het gehele voedingscircuit IN.
6 Selecteer op de hoofdcontroller van de binnenunit "Heating/cooling mode" →
"Cooling flow temp." in het hoofdmenu.
13
7 Selecteer "Service" in het hoofdmenu en wijzig de instelling zoals
hieronder aangegeven. U wordt om een wachtwoord gevraagd. HET
STANDAARDFABRIEKSWACHTWOORD is "0000".
• Selecteer "Operation settings" → "Freeze stat function" en stel de minimale
buitentemperatuur op * (sterretje) in.
• Selecteer "Running information" en stel het referentieadres op 351 in.
8 Vang het koelmiddel op.
• Druk op de knop "ON/OFF" op de hoofdcontroller.
• Stel "Cooling ON" in via het optiemenu.
• Stel de doelstroomtemperatuur in op 5 °C. Als het systeem door een
kamertemperatuurthermostaat wordt bestuurd, stel de doelkamertemperatuur
dan in op 10 °C.
Na 60 seconden wordt begonnen met het opvangen van het koelmiddel.
• Raadpleeg de installatiehandleiding of bedieningshandleiding van de
binnenunit voor details of voor meer informatie over de instellingen van de
hoofdcontroller.
Vervolg op volgende pagina.