INFORMATIE
Beschadiging van de verbindingskabel door trekspanning of bekneld
raken!
Bij het leggen van de verbindingskabel erop letten dat er geen
trekspanning op komt te staan of dat de kabel in de scharnierzones niet
bekneld raakt.
Bij het leggen van de kabel op voldoende lengte letten!
4. Verbindingskabel (pos. 4) met de aansluitkabel van de afzuigkap (pos. 3)
verbinden. Hiervoor de verbindingskabel (pos. 4) inkorten, de isolatie
ervan strippen en met de krimpconnectors (pos. 3.1) met dezelfde
nummers verbinden.
5. Het achterste uiteinde van de slang (pos. 5) aan de draaikrans
bevestigen. Voor het bevestigen de bijgeleverde slangklem (pos. 5.1)
gebruiken.
6. Het andere uiteinde van de afzuigslang (pos. 5) aan de afzuigkap (pos. 1)
bevestigen. Voor het bevestigen de bijgeleverde slangklem (pos. 5.1)
gebruiken.
7. De bijgeleverde slangklem (pos. 5.1) gebruiken om de afzuigslang
(pos. 5) te bevestigen.
1502759-03
- 176 -
NL