Aanpassen van de afschuinhoek
De verstekzaag is geschikt voor hoeken van 0° tot 45°, en dit zowel langs links als
langs rechts.
WAARSCHUWING: Zorg er ALTIJD voor dat de zaag van de netspanning losgekoppeld is
voordat er aanpassingen gemaakt worden aan hoeken, afschuiningen en invaldieptes.
Om de afschuinhoek aan te passen:
1. Zorg dat de afschuinvergrendeling (27) vergrendeld is
2. Druk de onderkant van het afschuinhoekvergrendelslot (29) (afb. M) in en til daarna de
afschuinhoekvergendeling (30) op (afb. N)
3. Trek de afschuinhoekvergrendelingspin (13) naar buiten en draai ze over90°, laat de pinnen
aan de zijkant op de rand van het kanaal rusten (afb. O)
4. Houd het voorste draaghandvat (3) vast en draai de zaagkop links of rechts, geholpen door
de afschuinhoekindicator (11) en de afschuinhoekschaal (12) tot het blad (34) onder de
juiste afschuinhoek staat
5. Trek de afschuinhoekbevestigingspin naar buiten en draai deze 90° terug en laat de pinnen
aan de zijkant in het kanaal rusten
6. Druk de afschuinhoekhendel gedeeltelijk neer tot er weerstand ontstaat en druk dan op de
afschuinhoekvergrendelknop aan de onderkant (afb. P)
7. Druk de afschuinhoekvergrendeling naar beneden in de vergrendelde positie (afb. Q)
WAARSCHUWING: VOORDAT U EEN SNEDE MAAKT, zorg dat de afschuinhoekvergrendeling
(30) naar beneden vergrendeld staat en dat de afschuinhoekvergrendelingspin (13) in de
vergrendelde positie staat met de pinnen aan de zijkant in het kanaal. Doet u dit niet, dan
kan de zaagarm gaan bewegen tijdens het zagen en kan dit aanleiding geven tot ernstig
persoonlijk letsel.
Het aanpassen van de achterste afschuinhoekbout
en sluitring
De afschuinhoekvergrendeling (30) en het afschuinhoekvergrendelslot (29) worden gebruikt
om de achter afschuinhoek bout en sluitring (50) vast te maken, wat nodig is om de
afschuinhoek vast te zetten en ook om de bout los te maken voor het kalibreren, om de 0° in
te stellen (zie 'De 0° controleren' en 'De 0° veranderen' in 'Onderhoud')
• Om de achterste afschuinhoekbout en -sluitring los te maken, haal het
afschuinhoekvergrendelslot (29) aan de onderkant naar buiten (afb. S) en til daarna de
afschuinhoekvergendeling (30) omhoog, dit zal wat weerstand geven
• Duw de afschuinhoekvergendeling naar beneden en weer omhoog; herhaal deze ratel
beweging om de bout los te maken
• Om de achterdste afschuinhoekbout en -sluitring vast te maken, druk de knop van het
afschuinhoekvergrendelknop aan de onderkant in (afb. T) en duw daarna de afschuinhoek-
vergrendeling in, dit zal wat weerstand geven
• Til de vergrendeling omhoog en daarna weer naar beneden; herhaal deze ratel beweging
om de bout vast te maken
BELANGRIJK: Span niet te strak aan! Zodra de afschuinhoekvergendeling is aangespannen,
gebruik dan geen overmatige kracht om verder aan te spannen; in plaats daar-van, haal de
knop van de afschuinhoekvergendeling naar buiten en druk dan de afschuinhoekvergrendeling
in de bevestigde positie.
Het losmaken en bevestigen van
de schuifstaaf-vergrendelknoppen
• De zaag heeft een tweedelige dubbele schuifstaaf (15) voor ultieme verlenging van het blad
(34) voor het zagen van bredere werkstukken
• Om de staaf de laten schuiven, maak de schuifstaafvergrendelknoppen los aan beide
kanten van de staaf
• Om de zaagkop op een bepaalde lengte vast te zetten, maak de
schuifstaafvergrendelknoppen op de gewenste locatie vast
Gebruik
WAARSCHUWING: Bij het gebruik van de machine is het dragen van de juiste
beschermende uitrusting, waaronder niet-geweven handschoenen en een
stofmasker aanbevolen.
BELANGRIJK: Inspecteer de verstekzaag ALTIJD voor elk gebruik. Voordat u de zaag op de
netspanning aansluit, inspecteert u de bescherming en de juiste veiligheidsfuncties van
het gereedschap.
BELANGRIJK: Zorg ervoor dat de gebruiker de juiste training heeft gehad in het gebruik,
aanpassing en onderhoud van de verstekzaag voordat u deze op de netspanning aansluit en
de zaag gebruikt.
WAARSCHUWING: Zorg er ALTIJD voor dat de machine van de netspanning losgekoppeld
is voordat u delen van de machine wijzigt. Let op de rotatierichting van het blad en vergelijk dit
met de juiste rotatierichting op het zaagblad; aan de voorkant van de zaag moeten de tanden
altijd naar beneden wijzen.
In- en uitschakelen
• Om de zaag in te schakelen, druk den veiligheidschakelaar (37) in en houd de AAN/UIT-
schakelaar (38) ingedrukt (Afb. R)
• Om de zaag uit te schakelen, laat u de AAN/UIT-schakelaar los
Laseren LED-werklicht
• De laser/werklicht aan/uit (39) knoppen zitten op het gebruikshandvat (1)
• Om de laser of het LED-werklicht aan te zetten, druk op de overeenstemmende
knop op het gebruikshandvat
• De linker knop is voor het LED-werklicht (43)
• De rechter knop is voor de laser (54)
• Om de laser of het LED-werklicht uit te schakelen, druk opnieuw de juiste knop in
Het maken van een zaagsnede
WAARSCHUWING: Plaats handen nooit op minder dan 150 mm van het blad (fig. VI). Houd
handen en lichaamsdelen altijd weg van het pad van het blad (34) en van het blad-kanaal (25).
WAARSCHUWING: Vermijd handposities en ongemakkelijk gebruik waarin het wegschuiven
van de hand er voor zou kunnen zorgen dat een vinger het blad raakt.
BELANGRIJK: Voor nauwkeurig zagen, zorg dat het blad, de kap, de verstektafel en de
afschuintafel allemaal juist gekalibreerd zijn (zie 'Kalibreren' in Onderhoud).
Samengestelde versteksneden:
• Een samengestelde versteksnede bestaat uit een gecombineerde afschuining en een
versteksnede. Dit type snede wordt gebruikt voor het creëren van fotoframes, bakken,
aflopende zijdes en voor dakframewerk
• Maak een oefensnede voordat u in het werkstuk zaagt
• Als u een samengestelde versteksnede maakt, stel dan eerst de benodigde afschuinhoek in
(zie 'Aanpassen van de afschuinhoek') en verstekhoek (zie 'Aanpassen van de verstekhoek')
in en begin daarna met zagen
Groefsneden:
• Een groefsnede maakt gebruik van de dieptestop
• De groefsnede wordt vaak gebruikt in timmerwerk om huizen te verbinden
• Deze verbindingen zijn handig voor het maken van keukenkasten en plankenkasten
• Maak altijd eerst een oefensnede voordat u in het werkstuk zaagt
• Als u een groefsnede maakt, stel dan eerst de benodigde diepte in met de dieptestop (8)
(zie 'Diepte aanpassing') en begin daarna met zagen
Haksneden:
• Deze sneden worden gebruikt om kleine of smalle stukken materiaal te zagen
• De zaagkop wordt zacht naar beneden geduwd om door het vastgezette werkstuk te zagen
• De schuifstaafbevestigingsknoppen (7) moeten vastgezet worden in de achterste positie op
de schuifstaaf (15)
Schuifsneden:
• Het schuifstaaf systeem (15) van de zaag zorgt er voor dat de zaag schuifsneden
kan maken
• Om de zaagkop volledig vrij te maken, en het vlot te laten glijden, maakt u de
schuifstaafbevestigingsknoppen (7) los
• Tijdens het zagen wordt het blad in het werkblad en dan naar achter geduwd naar de
achterkant van het bladkanaal (25) om de snede af te maken
• Gebruik schuifsneden voor bredere stukken materiaal (zie 'Specificaties' voor maximale
maten van het werkstuk)
Het maken van een snede:
1. Met de zaag losgekoppeld van de netspanning, zorgt u ervoor dat de benodigde instellingen
uitgevoerd zijn en op de zaag vergendeld zijn zoals een verstekhoek, afschuinhoek en
wanneer nodig een zaagdiepte
2. Plaats het werkstuk vlak op de verstektafel (23), met één kant vast tegen de kap (17)
Opmerking:
• Als de plank vervormd is, plaats de bolle kant dan tegen de kap (fig. VI)
• Als de holle kant tegen de kap is geeplaatst, kan de plaat breken en het blad (34)
vast laten lopen
• Gebruik de werkstukklem (47) (zie 'Het bevestigen van de Werkstukklem') aan één van de
kanten van de zaagkop waar het nodig is om het werkstuk vast te zetten
• Gebruik de werkstuksteunen (20) (zie 'Aanpassen van de werkstuksteunen') en de
werkstuksteunstoppen (19) als dat nodig is om langere werkstukken te stabiliseren
3. Voer een virtuele snede uit met de zaagkop op het werkblad, zorg er voor dat de zaagkop
vrij op en neer kan bewegen en vrij op de schuifstaaf (15) kan schuiven
4. Verbind de zaag met de netspanning
5. Houd het gebruikshandvat (1) vast, druk stevig op de veiligheids-uitschakelings-knop (37)
en druk de aan/uit-trekker-schakelaar (38) in
6. Laat het blad op de maximale snelheid komen en breng het blad langzaam naar beneden
en door het werkstuk, laat de snelheid van het blad al het werk doen (er zou geen onnodige
druk aangebracht hoeven te worden op het gebruikshandvat)
7. Wanneer de snede klaar is, laat de aan/uit-trekker-schakelaar dan los en laat het blad tot
stilstand komen voordat u de zaag-kop omhoog brengt
8. Verwijder het werkblad alleen als het blad volledig tot stilstand is gekomen en de
bladbescherming (33) alle tanden bedekt
NL
GB
21
21