Welke batterijen en welke werkwijze?
Gebruik 4 nieuwe, long-life 1,5V, type AA alkaline batter-
ijen.
Gebruik geen batterijen waarvan de uiterste verkoopdatum
is verstreken.
Verwijder de batterijen als het apparaat voor een langere
tijd niet gebruikt gaat worden.
Gebruik van oplaadbare batterijen
U kunt voor dit apparaat ook oplaadbare batterijen gebruiken.
Gebruik a.u.b. alleen type «NiMH» oplaadbare batterijen!
De batterijen moeten worden verwijderd en opgeladen, als
het batterijsymbool (batterij leeg) verschijnt! Ze moeten niet
in het apparaat blijven, omdat ze beschadigd kunnen raken
(volledige ontlading tengevolge van een minimaal gebruik
van het apparaat, zelfs wanneer het uitstaat).
Verwijder altijd de oplaadbare batterijen, als u niet van plan
bent het apparaat voor een week of langer te gebruiken!
De batterijen kunnen NIET worden opgeladen in de bloed-
drukmonitor! Laad deze batterijen op in een externe
oplader en houdt u aan de informatie met betrekking tot het
opladen, onderhoud en duurzaamheid!
8. Gebruik van een netadapter
U kunt dit apparaat met de Microlife netadapter (DC 6V, 600 mA)
gebruiken.
Gebruik alleen de origineel beschikbare Microlife
netadapter voor uw voedingsspanning.
Controleer dat zowel de netadapter als de kabel niet
beschadigd zijn.
1. Steek de adapter kabel in de netadapteraansluiting 5 van de
bloeddrukmonitor.
2. Steek de netadapterstekker in de wandcontactdoos.
Wanneer de netadapter is aangesloten, wordt er geen batterij-
stroom gebruikt.
74
9. Foutmeldingen
Als er een fout optreedt, wordt de meting onderbroken en wordt
een foutmelding, b.v. «Err 3», weergegeven.
Fout
Beschrijving Mogelijke oorzaak en oplossing
«Err 1» Signaal te
De polsslag wordt onvoldoende
zwak
doorgegeven door de manchet. Plaats
de manchet opnieuw en herhaal de
meting.*
«Err 2»
Foutmelding
Tijdens het meten zijn er fouten
ontstaan, door bijvoorbeeld een bewe-
BN
ging of samentrekking van een spier.
Herhaal de meting terwijl u uw arm stil
houdt.
«Err 3»
Geen juiste
Een adequate druk kan niet in de
drukopbouw
manchet worden geproduceerd. Er kan
BK
in de manchet
een lek in het manchet zijn. Controleer
of de manchet goed is aangesloten en
niet te los om de arm zit. Vervang de
batterijen indien nodig. Herhaal de
meting.
«Err 5» Abnormaal
De meetsignalen zijn onbetrouwbaar
resultaat
en daarom kan geen resultaat worden
weergegeven. Lees voor het uitvoeren
van betrouwbare metingen de checklist
door en herhaal de meting.*
«Err 6» MAM Modus
Er waren teveel fouten tijdens het
meten in MAM mode, wat het onmo-
gelijk maakt om een betrouwbaar
resultaat weer te geven. Lees voor het
uitvoeren van betrouwbare metingen
de checklist door en herhaal de
meting.*
«HI»
Hartslag of
De druk in de manchet is te hoog
manchetdruk
(boven 299 mmHg) OF de hartslagfre-
te hoog
quentie is te hoog (boven 200 slagen
per minuut). Ontspan gedurende
5 minuten en herhaal de meting.*
«LO»
Polsslag te
De hartslagfrequentie is te laag
laag
(minder dan 40 slagen per minuut).
Herhaal de meting.*