apparaat zijn programma conform de reeds opgeslagen in-
stellingen afwerken. Als u geen maaltijden heeft ingesteld,
werkt het apparaat conform de fabrieksinstellingen (6:00
uur, 12:00 uur, 18:00 uur) zijn programma af. Dit, om te
voorkomen, dat uw huisdier helemaal geen voer krijgt.
• Als de hoeveelheid voer 240 ml of minder is, heeft u
genoeg aan een compartiment, om de gewenste maaltijd
uit te geven. Is het meer dan 240 ml, bijv. 360 ml per
maaltijd, dan heeft u 2 compartimenten met voer nodig,
een vol compartiment en een halfvol compartiment.
• Als de hoeveelheid voer groter is dan één compartiment,
is er een wachttijd van 10 minuten, voordat het volgende
compartiment opengaat.
Programmering wijzigen:
• Om de programmering naderhand te wijzigen, houd
ENTER 3 seconden lang ingedrukt. MEALS knippert en u
bevindt zich in het instellingsmenu. Door nog een keer
op ENTER te drukken, kunt u m.b.v. de pijltjes-toetsen de
instellingen voor de maaltijden wijzigen.
• Als u de tijd wilt wijzigen, drukt u 3 seconden lang op
ENTER. MEALS knippert en u bevindt zich in het instel-
lingsmenu. Druk nu op de neerwaartse pijltjes-toets. Als
vervolgens de tijd knippert, opnieuw op ENTER drukken. U
kunt nu m.b.v. de pijltjes-toetsen de tijd instellen.
Resetten:
Gaat u als volgt te werk om de automaat naar de fabrieks-
instellingen te resetten:
Houdt u in uitgeschakelde toestand de beide pijltoetsen
tegelijkertijd ingedrukt. Drukt u dan kort op de ON/OFF-
knop, om het apparaat in te schakelen. Laat de pijltoetsen
vervolgens pas los als het display gaat branden. Gaat u nu
verder conform het hoofdstuk 'Het apparaat inschakelen'
om de automaat opnieuw te programmeren.
Batterijen vervangen:
Bij een laag batterijniveau knippert het rode LED-lampje
langzaam (1 keer per seconde). De batterijen dienen
dan te worden vervangen. Ook voordat u langere tijd
niet aanwezig bent, dient u de batterijen te vervangen.
Belangrijk: nadat u de batterijen heeft vervangen, dient u
het apparaat weer aan te zetten en de tijd opnieuw in te
stellen. De geprogrammeerde voedertijdstippen niet, die
blijven in het geheugen opgeslagen.
Reiniging:
De voederschalen zijn vaatwasserbestendig. De bovenkant
kunt u met een zachte doek en een mild schoonmaakmid-
del afdoen. Het apparaat mag nimmer onder water wor-
den gedompeld. Dit kan tot kortsluiting of een stroom-
stoot of tot beschadiging van elektrische onderdelen
leiden. Laat alle onderdelen grondig drogen alvorens er
nieuw voer in te doen (tegen direct zonlicht beschermen).
Probleemoplossing:
• Als het display niet oplicht, apparaat opnieuw starten (zie
de desbetreffende uitleg in deze handleiding).
• Als de tijd knippert, is er een stroomstoring geweest en
moet de tijd opnieuw worden ingesteld (zie de desbetref-
fende uitleg in deze handleiding). De geprogrammeerde
voedertijdstippen hoeven niet opnieuw te worden inge-
steld.
• Als het rode LED-lampje knippert:
• Snel knipperen (3 keer per seconde) is een foutmelding. U
dient het apparaat dan na te kijken, wellicht is er voer vast
komen te zitten in de automaat.
• Langzaam knipperen (1 keer per seconde) duidt op een laag
batterijniveau. Vervang de batterijen, zet het apparaat aan
en stel de tijd opnieuw in.
• Zeer langzaam knipperen (1 keer per 5 seconden) betekent,
dat alle zes de compartimenten leeg zijn en gevuld dienen
te worden. Nadat u dit heeft gedaan, druk op START en het
apparaat zal conform de programmering weer van voren af
aan zijn programma afwerken.
Waarschuwingen en Veiligheidsadviezen:
• Verwijder al het verpakkingsmateriaal alvorens het ap-
paraat te gaan gebruiken. Voer de verpakking conform de
geldende richtlijnen af. Sommige delen kunnen in plastic
zijn verpakt. Verstikkingsgevaar, buiten het bereik van
kinderen en huisdieren houden.
• Neem de handleiding eerst grondig door alvorens het
apparaat in gebruik te nemen. Een foutieve programmering
kan ertoe leiden dat uw huisdier niet op de juiste manier of
helemaal niet wordt gevoerd.
• Dit apparaat mag alleen in afgesloten ruimtes worden
gebruikt.
• Plaats de automaat op een droge plek en op een vlakke
ondergrond.
• Niet in een kast, in een beperkte ruimte of dicht bij een
muur plaatsen, omdat de bovenkant van de voederauto-
maat ronddraait, om het voer uit te geven. Wanneer het
apparaat op een plek met weinig ruimte eromheen staat,
kan dat ertoe leiden, dat het dier niet goed bij zijn voer
kan.
• Sta kinderen niet toe, om met het apparaat te spelen.
De instellingen kunnen ongemerkt gewijzigd worden of
functies kunnen uitvallen of het apparaat kan volledig zijn
dienst weigeren. Kinderen mogen alleen onder toezicht
van volwassenen in de buurt van het apparaat komen.
• Probeer niet, om het apparaat uit elkaar te halen.
• Verwijder alle batterijen, als het apparaat langere tijd niet
wordt gebruikt.
• Niet tegelijkertijd verschillende soorten of merken batte-
rijen gebruiken.
Voederautomaat TX6
11