Bediening van de compressor
Let op!
Draag altijd geschikte gehoorbescherming en een veilig-
heidsbril als u het apparaat gebruikt.
• Controleer altijd voor gebruik of het apparaat en de persluchtslang
[16] niet beschadigd zijn! Een beschadigd apparaat mag niet in gebruik
worden genomen!
• Let op de desbetreffende maximale druk van het op te blazen object en
lees de betreffende gebruiksaanwijzing.
1. Haal de persluchtslang [16] uit het opbergvak [15].
2. Kies de gewenste ventieladapter. Open de ventiel-snelsluiting [17] door
de snelsluithendel van de persluchtslang [16] weg te drukken.
3. Plaats vervolgens de ventieladapter en druk de hendel weer in de
richting van de persluchtslang om deze af te sluiten.
4. Controleer of het ventiel goed vastzit.
Banden oppompen
• De bandenspanning stijgt naarmate de temperatuur stijgt. De aanbe-
volen bandenspanning wordt meestal aangegeven voor koude banden
(circa 20 °C). Neem het instructieboekje van het voertuig in acht.
• Meet de bandenspanning niet als de banden warm zijn (bijv. na een
lange rit).
Let op!
De compressor mag max. 10 minuten worden gebruikt, daarna moet het
apparaat 10 minuten afkoelen!
1. Voor het oppompen van een autoband hebt u geen ventieladapter
nodig. Verwijder eerst het ventieldopje van de band.
2. Open de snelsluithendel en plaats de ventiel-snelsluiting [17] zo ver
mogelijk op het ventiel van de band. Sluit daarbij de snelsluithendel.
Als de ventielaansluiting [17] correct is aangesloten op het autoventiel,
geeft de manometer [12] de huidige bandenspanning aan.
3. Als deze waarde overeenkomt met de voor het voertuig aanbevolen
bandenspanning, kunt u de ventielaansluiting [17] weer verwijderen.
4. Als de weergegeven waarde onder de aanbevolen bandenspanning
voor het voertuig ligt, schakelt u de compressor in door de Aan/Uit-
schakelaar [11] op „I" te zetten.
Opmerking: De compressor kan op elk moment met de Aan/Uit-schakelaar
[11] in de positie „0" worden uitgeschakeld.
5. Als de aanbevolen druk op de manometer [12] verschijnt, schakelt u de
compressor uit door de Aan/Uit-schakelaar [15] op „0" te zetten.
118
Energiestation