Fimap FV-CART Manual De Instrucciones página 100

HET VERVOER VAN DE MACHINE
Om de machine veilig te verplaatsen, moet als volgt gehandeld worden:
GEVAAR: Voordat eender welke handeling wordt uitgevoerd, moeten alle geldende normenstelsels betreffende de veiligheid van het
transport van gevaarlijke stoffen gerespecteerd worden.
1. Voer de fasen uit om de machine in veiligheid te stellen, lees de paragraaf "DE MACHINE IN VEILIGHEID STELLEN" op pagina 99.
2. De machine geplaatst op het vervoermiddel.
WAARSCHUWING: Bevestig de machine volgens de geldende richtlijnen in het land van gebruik, zodat ze niet kan gaan schuiven en
kantelen.
TYPE BATTERIJ
WAARSCHUWING: voor de voeding van de machine mag enkel en uitsluitend de bijgeleverde batterij gebruikt worden, of diegene die
wordt geleverd door een gespecialiseerde technicus van FIMAP. ANDERE TYPES VAN BATTERIJEN MOGEN NIET GEBRUIKT
WORDEN.
De machine wordt aangedreven door een lithium-ionbatterij, het batterijcompartiment kan één batterij 36,5V 5400 mAh bevatten.
ONDERHOUD EN VERWERKING VAN DE BATTERIJ
Voor het onderhoud en het opladen van de batterij moeten de instructies gerespecteerd worden die geleverd worden door de fabrikant van de
batterij. Wanneer de batterij leeg is, moet ze losgekoppeld worden en uit het batterijcompartiment verwijderd worden.
NLD
NOTA BENE: de batterij, die is geclassificeerd als gevaarlijk afval, moet volgens de wet verplicht overhandigd worden aan een bevoegde
instelling voor de afdanking.
DE BATTERIJ IN DE MACHINE PLAATSEN
De batterij moet in de ruimte geplaatst worden die is voorzien in het achterste deel van de machine.
AANDACHT: er wordt aanbevolen om persoonlijke beschermingsmiddelen te dragen die geschikt zijn voor de te verrichten
werkzaamheden.
De fasen om de batterijen in de batterijruimte te plaatsen, is als volgt:
1. Voer de fasen uit om de machine in veiligheid te stellen, lees de paragraaf "DE MACHINE IN VEILIGHEID STELLEN" op pagina 99.
2. Ga naar de achterzijde van de machine.
NOTA BENE: Voor het onderhoud en het dagelijks opladen van de batterij moeten de aanwijzingen van de fabrikant of van de verkoper
nauwgezet uitgevoerd worden.
NOTA BENE: Reinig het batterijcompartiment, voordat u de batterij installeert, met behulp van een droge doek.
OPGELET: Controleer de staat van lading van de batterij en de staat van de contacten van de batterij. Gebruik ze niet als ze beschadigd
is.
3. Plaats de batterij in de batterijruimte aan de achterkant van de machine, en zorg ervoor dat de polen in de batterij naar de bovenkant van de
machine wijzen (Afb.2).
4. Duw op de batterij, tot de blokkeringen ervan in positie worden gesteld.
BATTERIJ OPLADEN
De batterij moet opgeladen worden vóór het eerste gebruik en wanneer geen voldoende vermogen meer wordt geleverd om de werkzaamheden
uit te voeren.
OPGELET: Om geen permanente schade aan de batterij te veroorzaken, is het absoluut noodzakelijk om een volledige ontlading ervan te
vermijden, en moet ervoor gezorgd worden dat deze binnen een paar minuten na het begin van het signaal voor lage batterijspanning
wordt opgeladen.
AANDACHT: Laat de batterij nooit helemaal leeg, ook al wordt de machine niet gebruikt.
WAARSCHUWING: Om de batterij op te laden is het absoluut noodzakelijk om de bijgeleverde batterijlader te gebruiken, FIMAP is niet
aansprakelijk voor schade aan voorwerpen of letsels aan personen indien de gebruikte batterijlader niet geschikt is voor de batterij.
1. Breng de machine naar de zone waar de batterijen worden opgeladen.
2. Voer de fasen uit om de machine in veiligheid te stellen, lees de paragraaf "DE MACHINE IN VEILIGHEID STELLEN" op pagina 99.
OPGELET: Parkeer de machine in een gesloten omgeving, op een vlakke en gladde ondergrond. Nabij de machine mogen geen
voorwerpen aanwezig zijn die in geval van contact met de machine beschadigd kunnen worden of de machine zelf kunnen beschadigen.
100