ONTSTEKING
Met de kachel in stand-by (nadat u gecontroleerd heeft of de
vuurpot schoon is), druk op de toets
cedure te starten. Op het display verschijnt de aanduiding "AC"
(start verbranding); er worden enkele controles uitgevoerd op
het moment dat de pellets aangestoken worden en vervolgens
verschijnt op het display de aanduiding "AR" (ontsteking ver-
warming).
Deze fase duurt enkele minuten, waardoor de ontsteking en
het verwarmen van de warmtewisselaar van de kachel correct
voltooid worden.
Na enkele minuten schakelt de kachel over op de verwarmings-
fase. Op het display verschijnt de aanduiding "PH".
Vervolgens, tijdens de werkfase, wordt de geselecteerde brand-
kracht weergegeven (in geval van handmatige werking) of de
geselecteerde temperatuur (in geval van automatische werking).
UITSCHAKELEN
Als u op de toets
drukt terwijl de kachel ingeschakeld
is, dan wordt de uitschakelingsfase ingezet, die het volgende
voorziet:
• De pellettoevoer wordt onderbroken
• De pellets die zich in de vuurpot bevinden worden opge-
bruikt, waarbij de rookventilator in werking blijft (10 minuten)
• De kachel koelt af, waarbij de rookventilator in werking blijft
(10 minuten)
• De aanduiding "OFF" verschijnt op het display, samen met
het aantal minuten dat ontbreekt tot de uitschakeling
Tijdens de uitschakelingsfase kan de ketel niet opnieuw inge-
schakeld worden. Wanneer de uitschakelingsfase voltooid is,
schakelt het systeem automatisch over op stand-by (op het display
verschijnt de aanduiding OFF samen met de ingestelde brandkracht
als de kachel ingesteld is op HANDMATIG of de aanduiding OFF
samen met de ingestelde temperatuur als de kachel ingesteld is op
AUTOMATISCH).
HANDMATIGE WERKING
In de HANDMATIGE modus stelt u de brandkracht in waar-
mee u de kachel wilt laten werken, onafhankelijk van de tem-
peratuur in de ruimte waarin de kachel geïnstalleerd is. Om de
HANDMATIGE modus in te stellen, druk op de toets
stel het display bijvoorbeeld in op "P2" (brandkracht 2).
De brandkracht kan verhoogd worden door op de toets
drukken of verlaagd worden door op de toets
AUTOMATISCHE WERKING
In de AUTOMATISCHE modus stelt u de doeltemperatuur in
die u wilt bereiken in de ruimte waar de kachel geïnstalleerd is.
De kachel moduleert zelfstandig de brandkracht in functie van
het verschil tussen de gewenste temperatuur (ingesteld op het
display) en de temperatuur die waargenomen wordt door de
sensor in de ruimte. Wanneer de gewenste temperatuur wordt
bereikt, schakelt de ketel over op de minimumstand (brand-
kracht 1).
Om de AUTOMATISCHE modus in te stellen, druk op de toets
en stel het display bijvoorbeeld in op 20°C.
De gewenste temperatuur kan verhoogd worden door op de toets
te druk ken of verlaagd worden door op de toets
drukken.
GEBRUIKSAANWIJZING
om de ontstekingspro-
en
te
te drukken.
te
- 127
Tijdens de werking in de AUTOMATISCHE modus, verschijnt
op het display afwisselend de gewenste temperatuur en de
brandkracht die automatisch gekozen wordt door het module-
rende systeem.
COMFORT CLIMA
Deze functie is geschikt wanneer de kachel geïnstalleerd wordt
in een kleine ruimte of, in de lente of de herfst, in een ruimte
waar de werking op de minimumstand tot een overdadige
verwarming leidt.
Deze functie wordt automatisch beheerd en schakelt de kachel
uit wanneer de gewenste temperatuur wordt bereikt.
Op het display verschijnt de aanduiding "CC OF" met het aan-
tal resterende minuten voordat de kachel uitgeschakeld wordt.
Wanneer de temperatuur in de ruimte onder de ingestelde waar-
de daalt, wordt de kachel automatisch opnieuw ingeschakeld.
Vraag aan uw dealer om deze functie eventueel te activeren bij
de eerste ontsteking.
FUNCTIE ACTIVERING OP AFSTAND (poort
AUX)
Met behulp van een speciale kabel (optie, code 640560) is het
mogelijk om de kachel in en uit te schakelen met behulp van
een afstandsbediening, zoals een telefonische gsm-activator,
een omgevingsthermostaat, een toestemming afkomstig van
een domotica-installatie of een contactsysteem met de volgende
logica:
Geopend contact = kachel uitgeschakeld
Gesloten contact = kachel ingeschakeld
De in- en uitschakeling gebeurt 10 seconden nadat de laatste
bediening is uitgevoerd.
Wanneer de poort voor activering op afstand in gebruik wordt
genomen, is het mogelijk om de kachel in en uit te schakelen
met het bedieningspaneel. De kachel wordt altijd ingeschakeld
volgens de laatste ingevoerde opdracht, of het nu gaat over de
in- of de uitschakeling.
VENTILATIE REGELING
Als de kanalisatiekit geïnstalleerd werd zal de technische
bijstandsdienst vanaf het keuzemenu de ventilatiemodus acti-
veren.
Door de SET-toets gedurende 2
komen we in het keuzemenu van de ventilatiemodus, met de
toetsen kunnen we de volgende werkingsmodi instellen:
"Fron": met deze instelling is alleen de ventilatie vooraan de
kachel actief
"Cana": met deze instelling wordt de gekanaliseerde ventilatie
van de kachel geactiveerd.
Een speciaal programma bestuurt de werking van de ventilatie-
functie van het warmtevermogen geproduceerd door de kachel:
in vermogen P1 zal enkel de ventilator vooraan werken, in
vermogen P2 en P3 enkel de gekanaliseerde ventilator.
"Fr Ca ': met deze instelling zijn beide ventilatiemodi actief,
zowel aan de voorzijde als gekanaliseerd.
Een speciaal programma bestuurt de werking van de ventilatie-
functie afhankelijk van het warmtevermogen dat door de
kachel geproduceerd wordt.
In vermogen P1 en P2 zal enkel de voorste ventilator werken,
in vermogen P3 is er een gelijktijdige werking van de voorste
ventilator en van de gekanaliseerde ventilator.
De voorste ventilator moduleert de snelheid volgens de wer-
kingskracht van de kachel (zowel automatische als handmati-
ge), de gekanaliseerde ventilator wordt steeds op volle snelheid
geactiveerd om een ef ciënte doorstroming te garanderen van
lucht naar het kanaliseringsmondstuk van de aangrenzende
kamer.
-
in te drukken,