WERKU WK700140 Instrucciones Originales página 24

NED VERTALING VAN ORIGINELE INSTRUCTIES
hoogte. Grond omstandigheden (zoals onstabiele
zachte grond, hellende grond, gladde oppervlakken
of verontreinigde vaste oppervlakken). Ongunstige
weersomstandigheden (zoals winderige condities).
Botsing met de ladder (zoals met voertuig of deur).
Onjuiste keuze van de ladder (zoals te kort, ongeschikte
taak) VAN OMGANG. Het overbrengen van de ladder
naar de werk positie. Oprichten en demonteren van
de ladder. Het dragen van objected op de ladder MIS
STAP EN VAL VAN DE GEBRUIKER. Ongepast
schoeisel. Vervuilde sporten of stappen. Onveilige
gebruikers praktijken (zoals het beklimmen van 2
treden tegelijkertijd, het glijden onderaan de rails).
Structureel falen van ladder. Conditie van de ladder
(zoals beschadigde rails, slijtage). Overbelasting van
de ladder ELEKTRISCHE GEVAREN. Onvermijdelijke
active-werken (bijvoorbeeld fout vinden). Positionering
ladders te dicht bij actieve elektrische apparatuur
(zoals bovengrondse hoogspanningslijnen). Ladders
die elektrisch materiaal beschadigen (zoals dekking
of beschermende isolatie). Onjuiste selectie van type
ladder voor elektrisch werk.
PICTOGRAMMEN.
De vierkante pictogrammen
positieve actie die moet worden gevolgd en hebben
een groene rand, en de ronde pictogrammen
illustreren een verboden actie en hebben een
roode rand. Lees de instructies (1). Beveilig de
boven-en onderkant van de ladder (2). Ladder
uitbreiding boven het aanvoer punt (3). Maximum
aantal gebruikers op ladder (4). Zie de ladder
toe bij op-en afgaan (5). Maximale belasting (6).
Inspecteren ladder poten (7). Ladder uitbreiding
boven het aanvoer punt (8). Visuele controle voor
gebruik (9). Stabilisator montage (10). Leunende
ladders veiligheids sport (11). Maximale belasting
(12). Juiste erectie hoek (13). Slechts één persoon
per opstijgend been van de ladder/stepladder (14).
Zorg ervoor dat de grond vrij is van contaminanten
(15). Gebruik de ladder niet als brug (16). Zie de
ladder toe bij op-en afgaan (17). Rechtop op een
vlakke ondergrond (18). Stap niet uit de zijkant
van de ladder (19). Zorg dat de bovenkant van de
ladder correct is gepositioneerd (20). Niet buiten
reiken (21). Pas op voor elektrische gevaren
bij het vervoer van ladder (22). Draag geschikt
schoeisel bij het beklimmen van de ladder (23).
Zorg ervoor dat de grond vrij is van contaminanten
(24). Rechtop op een stevige basis (25). Rechtop
op een vlakke ondergrond (26). Gebruik de ladder
niet als brug (27). Bij het positioneren van ladder
rekening houden met risico van botsing (28). Niet
illustreren een
24
Nederlands
klimmen als je handen bezet zijn (29). Niet buiten
reiken (30). Pas op voor elektrische gevaren bij
het vervoer van ladder (31). Gebruik de juiste
positie; de basis moet naar beneden staan (32).
STABILISATOR MONTAGE.
Waarschuwing; de stabilisator moet vóór gebruik
worden gemonteerd. Klap de ladder verticaal
op zodat de poten toegankelijk zijn (33). Ziede
plastic pinnetjes in de gleuf van elke poot. Bij het
plaatsen van de stabilisator moeten deze pinnen
worden geklikt. Dit kan kan eenvoudig worden
gedaan met een schroevendraaier met platte kop.
Zodra de pinnen zijn vastgeklikt en verwijderd,
past de stabilisator in de sleuven. De gaten op
de stabilisator uitlijnen met de gaten op de poten
van de ladder. Opmerking; het is mogelijk dat
een rubberen hamer nodig is om de stabilisator
voorzichtig in de gleuven te kloppen. Steek de
stabilisator op de poten van de ladder, zet hem
vast met de 2 meegeleverde bouten (34). Draai
de bouten vast met een sleutel om vast te zetten.
OPERATIE.
De ladder kan op verschillende hoogtes worden
gebruikt voor verschillende taken; gesloten,
tussenliggende lengte en volledige lengte (35).
Opmerking; de ladder moet worden gebogen
met behulp van de 1-4-regel; voor elke 4 delen
omhoog, moet de Ladder 1 deel uit worden
geplaatst (bijvoorbeeld 2 m omhoog, 50 cm uit).
SLUITMECHANISME.
De vergrendelingsmechanismen vergrendelen elke
sport met 2 stalen borgpennen die automatisch
op hun plaats springen wanneer de ladder
wordt verlengd. Let op; zorg ervoor dat alle
vergrendelingsmechanismen voor en na het gebruik
zijn geactiveerd. Vouw de ladder omlaag totdat deze
gesloten is, duw de vergrendelingsmechanismen
tegelijkertijd samen en laat los (36, 37).
LADDER OPENEN TOT INTERMEDIAIRE LENGTE.
Plaats de ladder op een stevige, vlakke ondergrond.
Plaats uw voet op de onderste sport om de ladder te
stabiliseren (38). Start met de tweede sport vanaf de
onderkant, gebruik beide handen om de handgrepen
aan beide zijden van de sport vast te pakken en trek
deze omhoog om verleng de stap (39). Als elke stap
volledig is uitgestoken, hoort u een "klik", waarmee
wordt bevestigd dat de vergrendelingsmechanismen
zijn ingeschakeld voor dat niveau (40).