Onjuiste
stopfrequentie
Langdurige
inactiviteit met
kalkaanslag,
oxidatie en
kalkaanslag tot
VASTGELOPEN
gevolg
POMP
Aanwezigheid
van vreemde
voorwerpen
Geblokkeerde of
kapotte lagers
Versleten lagers
Versleten of
kapotte waaiers
Aanwezigheid
van lucht
LUIDRUCHTIGE
POMP EN/OF
Ondermaatse of
OVERMATIGE
verkeerd
TRILLING
bevestigde
leidingen
Verkeerde
bedrijfspuntinstelli
ng
Pomp te klein
voor
systeemvereisten
Pomp niet goed
aangezogen en
bereikt niet de
vereiste
prestaties
Geblokkeerde of
verstopte
voetklep
POMP WERKT,
MAAR LEVERT
NIET GENOEG
Verkeerde
PRESTATIES
rotatiezin (lage
(DEBIET EN/OF
prestaties)
DRUK)
Onjuist
gedimensioneerd
e leidingen
(overmatige
drukverliezen)
Te groot
hoogteverschil
(bij installatie
boven het hoofd)
Overmatige
viscositeit van de
vloeistof (indien
verschillend van
water)
Overmatige
slijtage of defecte
mechanische
afdichting
WATERLEKKAGE
Overmatige
slijtage of breuk
van pakkingen
Leidingen niet
goed
terugslagklep
Controleer en stel
de juiste waarde in
Zorgvuldige
reiniging en
onderhoud van de
pomp
Verwijder de
voorwaartse
objecten
Wissellagers
Wissellagers
Vervang waaiers
Controleer of de
pomp goed
aanzuigt.
Juiste
dimensionering van
aanzuig- en
afvoerleidingen en
beveiligde leidingen
Stel het juiste
bedrijfspunt in
Controleer of de
prestaties van de
pomp voldoen aan
de systeemvereisten
De pomp goed
voorpompen en
controleren op
luchtinfiltratie en/of
lekken
Verwijder de
obstructie of
deblokkeer de
voetklep. Vervang,
indien nodig, de
voetklep
Controleer de
rotatiezin en de
fasenaansluiting
De juiste
dimensionering van
de leidingen van het
systeem
Verminder de
zuighoogte
Pompmodel niet
geschikt voor
service of verkeerde
drukverliesberekenin
g / pompkeuze
Mechanische
afdichting vervangen
Pakkingen
vervangen
Controleer of de
verbindingen goed
NEDERLANDSE TAAL
vastgedraaid bij
verbindingen
POMP LOOPT
De voetkleppen
ACHTERUIT
of
WANNEER
terugslagkleppen
GESTOPT EN
van de eenheid
START
functioneren niet
ONMIDDELLIJK
goed
WEER
Onjuiste instelling
van de
parameters voor
de insteldruk en
de herbegindruk
Onjuiste instelling
en afstelling van
de
drukschakelaars
TE VAAK
HERSTARTEN
VAN DE POMP
Geen of onjuiste
voorbelasting/afm
eting van drukvat
Defect of gebrekkig
drukvatmembraan
Onjuiste instelling
van start- en
stopfrequentie
Defecte of slecht
POMP
functionerende
ONTPRIEMD*
luchttoevoereenheid
GEBREK AAN
Luchttoevoerventi
WATER-LUCHT
el geblokkeerd
UITWISSELING*
*
Uitsluitend
geldig
luchttoevoersystemen op systemen met membraanloze tanks
en/of vloeistofsystemen
11.4. KALIBRATIE DRUKSCHAKELAARS
Drukschakelaars zijn alleen aanwezig in installaties met
bedieningspaneel EP, SP-EFC en SP-MFC.
Drukschakelaars worden gekalibreerd (op kamertemperatuur)
volgens de volgende standaardtabel:
vastzitten
Controleer de
werking van de
terugslagkleppen en
vervang ze indien
nodig
Controleer en stel
de juiste parameters
in (zie de
gebruikershandleidin
g van het
bedieningspaneel)
Juiste afstelling van
drukschakelaars
Installeer een drukvat
met de juiste
afmetingen (indien
afwezig) en/of
controleer op de juiste
voorvulling
Vervang membraan
of vat
Controleer en stel
de juiste start- en
stopwaarden in
Luchttoevoer unit
vervangen
Ventiel van eventuele
kalkaanslag ontdoen
of luchttoevoerunit
vervangen
voor
GP-installatie
met
10