Bedieningspaneel
1 Claxon
2 Sleutelschakelaar
3 Batterijweergave
4 Bedrijfsurenteller
5 Zekering polijstkop-optrekking, claxon,
besturing
6 Zekering zuigturbine (optie)
7 Controlelampje filterzak (optie)
8 Controlelampje polijstpad
9 Programmakeuzeschakelaar
10 Nood-stop-knop (door draaien ontgren-
delen)
11 Rijrichtingschakelaar, gekozen rijrich-
ting brandt
Batterijweergave
brandt
accu is geladen.
knippert
Batterij moet opgeladen wor-
den, de padaandrijving is gede-
activeerd.
Programmakeuzeschakelaar
1 Rijden, snelheidsbereik begrensd
2 Rijden, snelheidsbereik maximaal
3 Polijsten, zacht
4 Polijsten, intensief
40
Voor ingebruikneming
Accu's monteren (alleen variant Bp)
Let bij de omgang met accu's absoluut op
de volgende waarschuwingstip:
Aanwijzingen op de accu, in de ge-
bruiksaanwijzing en in de voertuig-
gebruiksaanwijzing naleven
Oogbescherming dragen
Kinderen uit de buurt houden van
zuren en accu's
Ontploffingsgevaar
Vuur, vonken, open licht en roken
verboden
Pas op voor bijtende vloeistoffen
Eerste hulp
Waarschuwingstekst
Afvalverwerking
Accu niet in vuilnisbak gooien
Gevaar
Explosiegevaar. Geen werktuigen e.d. op
de accu, d.b. op eindpolen en accucelver-
binder leggen.
Verwondingsgevaar. Wonden nooit in con-
tact brengen met lood. Na het werk aan ac-
cu's altijd de handen reinigen.
Maximale batterijafmetingen
Lengte
Breedte
546 mm
378 mm
Wanneer bij de Bp-variant natte accu's in-
gezet worden, moet op het volgende gelet
worden:
De maximale accuafmetingen moeten
–
gerespecteerd worden.
Bij het opladen van natte batterijen
–
moet de batterijafdekking geopend wor-
den.
Bij het opladen van natte accu's moeten
–
de voorschriften van de accufabrikant
in acht genomen worden.
De instelling van de beveiliging tegen
–
volledige ontlading moet gecontroleerd
worden om te garanderen dat de loop-
tijd van de machine niet beperkt is en
de batterij niet volledig ontladen kan
worden.
3
-
NL
Accu plaatsen en aansluiten
Sluiting openen.
Bovendeel van apparaat naar voren
zwenken.
Batterijafdekking terugzwenken.
Accu's in het apparaat plaatsen.
Polen met de bijgevoegde verbindings-
kabels verbinden.
Voorzichtig
Gevaar voor beschadiging. Letten op juiste
polariteit.
Meegeleverde aansluitingskabels aan
de nog vrije accupool (+) en (-) vast-
klemmen.
Voorzichtig
Accu kan door volledige ontlading bescha-
digd worden. Voor ingebruikneming van
het apparaat accu laden.
Waarschuwing
Het apparaat beschikt over een diepontla-
dingsbeveiliging, d.w.z. wanneer de nog
toelaatbare minimale capaciteit bereikt
wordt, kan enkel nog gezogen en gereden
worden.
Apparaat onmiddellijk naar het oplaad-
apparaat brengen en bergop rijd vermij-
Hoogte
den.
406 mm
Stekker van het apparaat uit de houder
nemen en met het stroomnet verbin-
den.
De laadtijd bedraagt gemiddeld ca. 10
uur.
Na het laadproces
Stekker van het oplaadapparaat uittrek-
ken en in de houder op het apparaat
hangen
Batterijen demonteren
Sluiting openen.
Bovendeel van apparaat naar voren
zwenken.
Batterijafdekking terugzwenken.
Kabel van de minpool van de batterij
losmaken.
Resterende kabels van de batterijen af-
halen.
Batterijen eruit nemen.
Verbruikte batterijen conform de gel-
dende bepaleingen verwijderen.
Accu laden