FV Lock
De FV Lock modus maakt het mogelijk om de belichting te meten en te blokkeren voor een gedeelte van
het in de zoeker zichtbare opnamegebied.
◆Deze functie is alleen mogelijk met camera's voorzien van het CLS systeem.
◆Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera hoe
u de FV Lock instelling kunt gebruiken.
AUTOMATISCHE FP HIGH SPEED SYNCHR (FP FLASH)
Indien u een gewone flitser gebruikt kunt u geen snellere sluitertijd gebruiken als flitssynchronisatietijd van
de camera omdat de flitser moet af gaan op het moment dat de sluitergordijnen volledig zijn geopend. De
FP Flits blijft continu flitsen wanneer de sluitergordijnen aflopen. Hierdoor kunt u een snellere sluitertijd
kiezen dan de flitssynchronisatietijd.
◆ Deze functie is alleen mogelijk met camera's voorzien van het CLS systeem.
◆ Deze functie is niet direct op de flitser instelbaar. Leest u a.u.b. in de gebruiksaanwijzing van uw camera hoe
u de FP instelling kunt gebruiken.
◆ Als u de camera op de FP modus heeft ingesteld zal
◆ Het richtgetal van de flitser zal, afhankelijk van de gekozen sluitertijd, worden gewijzigd. (zie de tabel 2 op de
vorige pagina)
Belichtingscompensatie
U kunt de belichting compenseren d.m.v. lichtdosering van de flitser.
Bewust aanpassen van de belichtingscompensatie bij de EF-530 DG SUPER NA-iTTL's lichtdosering
◆ Dedicated functies alleen mogelijk met de Digitale Reflexcamera's, F5, F4 serie, F100, F90/N90, F90X/N90S,
F80 serie, F75/N75, F70D, F65/N65, F801S/N800S, F801/ N8008, F601M, F601/N6006 en Pronea 600i.
◆ Camera's voorzien van een EV compensatie maken het mogelijk bij de EF-530 Super flitser of bij de camera
(of beide) belichtingscompensatie toe te passen. Indien u beide instellingen gebruikt zal de opname worden
gecompenseerd door de som van beide instellingen en zal vooral invloed hebben op de achtergrond
◆ Als u een uit de F601/N6006 serie gebruikt kunt u belichtingscompensatie instellen door de synchronisatie
van de camera te wijzigen.
◆ Deze kan in stappen van 1/3 stop worden gewijzigd van +1 stop tot –3 stops.
1. Druk op de
MODE functietoets om de TTL/BL (TTL) mode te selecteren.
2. Druk op de
SEL toets tot het belichtingscompensatie symbool
gaat knipperen.
3. Druk op de
en – toets om de gewenste compensatiewaarde te
+
kiezen
4. Druk nogmaals op
SEL toets om de gekozen waarde te fixeren
Bewust aanpassen van de belichtingscompensatie bij de EF-530 DG SUPER NA-iTTL's lichtdosering en de achtergrond
◆ Deze functie kan niet worden gebruikt met de F3 serie, FM10, FM2 new en de FE10. Gebruik de
belichtingscompensatiemogelijkheden van de camera (raadpleeg hiervoor de gebruiksaanwijzing van uw camera).
Belichtingscompensatie in de M mode
In de M mode is het mogelijk de diafragma instelling op de camera, of de lichtdosering van de flitser te wijzigen
nadat u de gewenste belichtingscompensatie heeft ingesteld.
Synchronisatie van het 2
Wanneer u van een bewegend onderwerp een flitsopname met de synchronisatie op een langere sluitertijd
maakt zal het lichtspoor doorgaans voorafgaand aan het onderwerp worden belicht. Normaliter wordt de flitser
immers geactiveerd als het 1
flitsactivatie belicht totdat de sluiter weer dicht is (synchronisatie op het 1
synchronisatie op het 2
gaat. Hierdoor wordt het onderwerp belicht vanaf het moment dat de sluiter open gaat tot dat de flitser ontsteekt.
Het lichtspoor wordt nu achter het onderwerp belicht waardoor een natuurlijker effect ontstaat.
41
e
sluitergordijn geheel is geopend. Het onderwerp wordt dus vanaf het moment van
e
sluitergordijn gebruikt zal de flitser pas ontsteken vlak voor dat het 2
zichtbaar zijn op het LCD display van de flitser.
e
sluitergordijn
e
sluitergordijn). Maar wanneer u de
e
sluitergordijn dicht