herhalen (bijv. 1 uur). Indien de meting nog steeds te hoog
is, raadpleeg dan uw arts of gynaecoloog.
Hoe meet ik mijn bloeddruk?
Tabel voor de classificatie van thuis bloeddruk meetwaarden bij
volwassenen in overeenstemming met de internationale richtlijnen
(ESH, ESC, JSH). Data in mmHg.
Systo-
Bereik
lisch
1. bloeddruk normaal < 120
2. bloeddruk opti-
120 - 129
maal
3. bloeddruk
130 - 134
verhoogd
4. bloeddruk te hoog
135 - 159
≥ 160
5. bloeddruk gevaar-
lijk hoog
De evaluatie van de waarden zijn conform de tabel. Bijvoorbeeld:
een waarde van de bloeddruk van 140/80 mmHg of een waarde
van 130/90 mmHg toont «bloeddruk te hoog».
2. Eerste gebruik van het apparaat
Plaatsen van de batterijen
Nadat u het apparaat heeft uitgepakt, plaatst u eerst de batterijen.
Het batterijcompartiment 5 bevindt zich aan de onderzijde van
het apparaat. Plaats de batterijen (4 x 1.5 V, grootte AA), let hierbij
op de aangegeven polariteit.
Selecteer de juiste manchet
Microlife heeft manchetten in verschillende maten. Selecteer de
manchetgrootte die overeenkomt met de omtrek van uw bovenarm
(de gemeten omtrek rond het midden van de bovenarm).
Manchetgrootte
voor omtrek van de bovenarm
S
17 - 22 cm
M
22 - 32 cm
M - L
22 - 42 cm
L
32 - 42 cm
L - XL
32 - 52 cm
54
Diasto-
lisch
Advies
< 74
Zelfcontrole
74 - 79
Zelfcontrole
80 - 84
Zelfcontrole
85 - 99
Win medisch
advies in
≥ 100
Win dringend
medisch advies
in!
Voorgevormde «Easy» manchetten zijn optioneel verkrijg-
baar voor een eenvoudige bevestiging en meer comfort.
Gebruik alleen Microlife manchetten!
Neem contact op met uw Microlife importeur, als de bijgesloten
manchet 6 niet past.
Bevestig de manchet aan het apparaat middels de manchet-
connector 7 duw de connector 3 zo ver als mogelijk in het
apparaat.
3. Bloeddruk meten
Stappenplan voor een betrouwbare bloeddrukmeting
1. Vermijd activiteit, eten of roken vlak vóór een meting.
2. Ga zitten op een stoel met rugsteun en ontspan voor 5 minuten.
Houd uw voeten naast elkaar op de grond en zit niet met de
benen over elkaar.
3. Meet altijd aan dezelfde arm (normaal links). Het wordt
aanbevolen dat artsen bij een eerste bezoek van een patiënt
beide armen meet om de te meten arm te bepalen. Aan de arm
met de hogere bloeddruk moet worden gemeten.
4. Verwijder de kleding die de bovenarm bedekt, mouwen moeten
niet worden opgerold om afklemmen te voorkomen.
5. Zorg er altijd voor dat de juiste manchetmaat wordt gebruikt
(markering arm omtrek staat vermeld op het manchet).
Bevestig de manchet om de arm, maar niet te strak.
Zorg ervoor dat de manchet 1-2 cm boven uw elleboog is
geplaatst.
De artery mark op de manchet (ca. 3 cm lange bar) dient op
de ader van de arm (binnenkant) te worden gelegd.
Ondersteun uw arm zodat deze ontspannen is.
Zorg dat de manchet op dezelfde hoogte is als uw hart.
6. Druk op de AAN/UIT knop 1 om de meting te starten.
7. De manchet wordt nu automatisch opgeblazen. Ontspan,
beweeg niet en span uw armspieren niet totdat het meetresul-
taat wordt getoond. Adem normaal en praat niet.
8. Wanneer de juiste druk is bereikt, stopt het pompen en daalt de
druk langzaam. Als de gewenste druk niet werd bereikt, zal het
apparaat automatisch meer lucht in de manchet pompen.
9. Tijdens de meting knippert het hartslag symbool AM op het
scherm.
10.Het resultaat, inclusief de systolische 8 en de diastolische 9
bloeddruk en de hartslagfrequentie AT wordt weergegeven.
11.Indien de meting klaar is, verwijder de manchet.