1.0 VEILIGHEID
Vooraleer met om het even welke bewerking te beginnen dient
men deze handleiding grondig gelezen te hebben en er zeker
van te zijn dat men alles begrepen heeft. Breng geen verande-
ringen aan en voer geen onderhoudswerkszaamheden uit die
niet vermeld zijn in deze handleiding.
In geval van twijfel of bij problemen met het gebruik van het
apparaat, zelfs indien deze niet vermeld zijn in deze handlei-
ding, raadpleeg bevoegd personeel.
De Fabrikant is niet verantwoordelijk voor beschadigingen aan
personen of voorwerpen ten gevolge van een fout van de ope-
rator wegens gebrekkige kennis van deze handleiding en het
niet nauwkeurig opvolgen van de erin vermelde voorschriften.
1.1 Bescherming van operator en andere personen
Lassen vormt een bron van schadelijke stralingen, geluid, warm-
te en gasontwikkeling. De personen die vitale elektrische appa-
raten (pacemakers) dragen moeten hun arts raadplegen alvorens
in de buurt te komen van booglaswerkzaamheden of plasma-
snijwerkzaamheden. Als er schade aangericht wordt, zonder
hetgeen hierboven beschreven is in acht genomen te hebben, is
de fabrikant niet aansprakelijk voor de geleden schade.
Persoonlijke bescherming:
- Draag geen contactlenzen!!!
- Zorg dat een tas "eerste hulp bij ongevallen" ter beschikking
staat.
- Onderschat brandwonden en andere kwetsuren niet.
- Draag veiligheidskledij om de huid te beschermen tegen stra-
ling en vonken afkomstig van de vlamboog en tegen gloeien-
de metaaldeeltjes, en een lashelm of een lasscherm.
- Draag een gezichtsmasker met zijdelingse bescherming en
geschikt filter voor de ogen (minstens NR10 of hoger).
- Draag oorbeschermers wanneer het lasprocédé een schade-
lijk geluidsniveau bereikt. Draag een veiligheidsbril met zijde-
lingse bescherming zeker bij het verwijderen, manueel of
mechanisch, van de slakken.
Onderbreek onmiddellijk het lassen bij de minste gewaar-
wording van elektrische ontlading.
Bescherming van andere personen
- Plaats een vuurwerende afsluiting rond de laszone als
bescherming tegen straling, vonken en gloeiende metaal-
deeltjes.
- Verwittig indien nodig andere personen niet in de vlamboog
of in het gloeiend metaal te staren en ver genoeg verwijderd
te blijven.
- Als het geluidsniveau de wettelijk toegelaten grenswaarden
overschrijdt dan dient de werkzone afgebakend te worden en
moet elke persoon die in de nabijheid komt een oorbescher-
ming dragen.
1.2 Voorzorgen tegen brand en explosie
Lassen kan brand en/of explosie veroorzaken.
- Flessen met gas onder druk zijn gevaarlijk. Raadpleeg de leve-
rancier vooraleer deze te manipuleren.
Ze dienen beschermd te worden tegen:
- directe bestraling door de zon;
- vlammen;
- temperatuursschommelingen;
- te lage temperaturen.
Bevestig ze aan een muur of aan een steun op een degelijke
wijze zodat ze niet kunnen omvallen.
64
WAARSCHUWING
- Verwijder alle brandbare voorwerpen en ontvlambare pro-
ducten uit de arbeidszone en de omgeving ervan.
- Installeer in de nabijheid van de werkzone een brandblusap-
paraat.
- Voer geen las- of snijwerk uit in gesloten containers of buizen.
- Indien deze containers of buizen open zijn, leeg en zorgvul-
dig gereinigd dan nog dient het lassen met de nodige voor-
zichtigheid uitgevoerd te worden.
- Niet lassen in een atmosfeer die explosieve stofdeeltjes, gas-
sen of dampen bevat.
- Niet lassen op of in de nabijheid van flessen of containers
onder druk.
- Gebruik deze apparatuur niet om leidingen te ontdooien.
1.3 Voorzorgen tegen rook en gassen
De rook, de gassen en de stofdeeltjes die vrijkomen tijdens het
lassen kunnen schadelijk zijn voor de gezondheid.
- Gebruik geen zuurstof voor ventilatie!
- Voorzie een afdoende natuurlijke of geforceerde ventilatie in
de arbeidszone.
- Bij het uitvoeren van lassen in een kleine ruimte is het aan te
bevelen dat iemand de operator van buitenaf in het oog
houdt.
- Plaats gasflessen in een open ruimte of in een goed verlucht
lokaal.
- Niet lassen in de nabijheid van installaties voor ontvetten of
werkplaatsen voor schilderen.
1.4 Plaatsen van de generator
Hoe hierbij rekening met volgende richtlijnen:
- Zorg voor een gemakkelijke toegang tot de regelingen en de
aansluitingen.
- Het apparaat niet opstellen in te kleine lokalen.
- Het apparaat nooit op een schuin vlak plaatsen met een hel-
ling groter dan 10° t.o.v. de horizontale.
1.5 Installeren van het toestel
- Hou rekening met de plaatselijke normen inzake veiligheid
bij de installatie en onderhoud het lasapparaat volgens de
door de constructeur verstrekte voorschriften.
- Alle onderhoudswerken dienen uitsluitend door gekwalifi-
ceerd personeel uitgevoerd te worden.
- Het is verboden generatoren in serie of in parallel te schakelen.
- Schakel de netvoeding uit vooraleer elke ingreep in het toe-
stel.
- Voer de periodieke onderhoudsbeurten op de installatie uit.
- Verzeker u ervan dat netaansluiting en aardverbinding vol-
doende doorsnede hebben en correct zijn uitgevoerd.
- De aardgeleider moet zo dicht mogelijk bij de laszone wor-
den aangesloten.
- Respecteer de voorschriften in verband met de veiligheid-
sgraad van de generator.
- Voor het lassen, controleer de staat van de elektrische kabels
en van de lastoorts. Bij beschadiging niet met lassen beginnen
vooraleer de defecte onderdelen hersteld zijn of vervangen.
- Niet op het te lassen materiaal klimmen of erop steunen.
- Het wordt de operator aangeraden om nooit twee lastoort-
sen of lastangen samen aan te raken.
Als hetgeen boven beschreven is niet altijd strikt in acht
genomen wordt, dan kan de fabrikant niet aansprakelijk
gesteld worden.