de versterker om van de ingang PGM INPUT
(12) naar de ingang PRIORITY INPUT (17)
16 Volumeregelaar LEVEL voor het signaal op de
ingang PRIORITY INPUT (17)
17 Gebalanceerde
lijnsignaalingang
INPUT voor belangrijke aankondigingen – zie
ook pos. 15 en 16; gevoeligheid voor volledige
uitsturing 0,775 V (0 dBu)
18 Afdekplaat, wordt bij het monteren van de fout-
meldingsmodule PA-6FM weggenomen
19 Afdekplaat, wordt bij het monteren van de fout-
bewakingsmodule PA-6FD weggenomen
20 Luchtafzuigopeningen
21 Aansluitingen BATTERY voor een 24 V-nood-
stroomeenheid
22 Aansluitingen POWER REMOTE voor een
externe schakelaar om afstandsbediend in en uit
te schakelen
Opmerking: Voor de afstandsbediening mag de
versterker niet via de schakelaar POWER (6) zijn
ingeschakeld.
23 Netsnoer voor aansluiting op een stopcontact
(230 V~/50 Hz)
1.3 Foutbewakingsmodule PA-6FD
De foutbewakingsmodule is als toebehoren verkrijg-
baar en behoort niet tot de leveringsomvang van de
versterker. De module wordt op de plaats van de
afdekplaat (19) gemonteerd.
24 Relaisuitgang voor het aansluiten van een sig-
naalmodule
25 Aansluitingen COM en HOT; met de aansluitin-
gen SPEAKER OUTPUTS (9) verbinden: HOT
op klem 3 en COM op COM
26 Meetpunten voor het instellen van de aanspreek-
gevoeligheid
27 Regelaar voor het testgeluidsniveau van 20 kHz
28 Regelaar voor de aanspreekgevoeligheid
el interruptor de prioridad está cerrado, el ampli-
ficador cambia de la entrada PGM INPUT (12) a
la entrada PRIORITY INPUT (17)
16 Control de volumen LEVEL para la señal en la
entrada PRIORITY INPUT (17)
17 Entrada de señal de línea simétrica PRIORITY
INPUT para anuncios importantes – ver también
los puntos 15 y 16; sensibilidad para potencia
RMS de salida 0,775 V (0 dBu)
18 Tapa, extráigala para insertar el módulo de moni-
torización de errores PA-6FM
19 Tapa, extráigala para insertar el módulo de
detección de errores PA-6FD
20 Rejillas de ventilación
21 Terminales BATTERY para la alimentación de
emergencia de 24 V
22 Terminales POWER REMOTE para un conmuta-
dor externo para activación/desactivación por
control remoto
Note: No hay que conectar el amplificador con el
interruptor POWER (6) para el control remoto.
23 Cable de corriente para la conexión a una toma
de corriente (230 V~/50 Hz)
1.3 Módulo de detección de errores PA-6FD
Módulo disponible como accesorio y que no se en -
trega con el amplificador. Se instala en lugar de la
tapa (19).
24 Relé de salida para conectar un aparato de
señal
25 Terminales COM y HOT; conectar a los termina-
les SPEAKER OUTPUTS (9): HOT al terminal 3
y COM al COM
26 Puntos de medición para ajustar la sensibilidad
de respuesta
1.4 Foutmeldingsmodule PA-6FM
De foutmeldingsmodule is als toebehoren verkrijg-
baar en behoort niet tot de leveringsomvang van de
versterker. De module wordt op de plaats van de
afdekplaat (18) gemonteerd.
PRIORITY
29 Relaisuitgangen voor het aansluiten van signaal-
modules
Het relais AC spreekt aan bij afwezige netspan-
ning, bij doorgesmolten interne netzekering of
als de versterker niet met de netschakelaar (6) is
ingeschakeld.
Het relais DC spreekt aan bij doorgesmolten
interne zekeringen voor de noodvoeding of bij
afwezige spanning van een noodstroomeenheid
op de aansluitingen BATTERY (21).
Het relais FAN spreekt aan bij defecte interne
ventilator of bij niet tot stand gebrachte aanslui-
ting.
2 Veiligheidsvoorschriften
Het apparaat is in overeenstemming met alle relevante
EU-Richtlijnen en is daarom gekenmerkt met
WAARSCHUWING De netspanning (230 V~) van
Tijdens het gebruik staan de aansluitingen SPEA-
KER OUTPUTS (9) en SLAVE INPUT (11) onder
een levensgevaarlijke spanning tot 100 V. De in- en
uitgangen mogen enkel aangesloten en gewijzigd
worden, wanneer de 100 V-versterker is uitgescha-
keld.
Let eveneens op het volgende:
G
Het apparaat is enkel geschikt voor gebruik bin-
nenshuis. Vermijd druip- en spatwater, uitzonder-
27 Control para el nivel de tono de test de 20 kHz
28 Control para la sensibilidad de respuesta
1.4 Módulo de monitorización de errores
PA-6FM
Módulo disponible como accesorio y que no se en -
trega con el amplificador. Se instala en lugar de la
tapa (18).
29 Salidas de relé para conectar aparatos de señal
Relé AC: responde si no se aplica voltaje, si se
ha fundido el fusible interno o el amplificador no
se ha conectado con el interruptor POWER (6).
Relé DC: responde si los fusibles internos para la
alimentación de emergencia se han fundido o si
no se aplica ningún voltaje desde un alimentador
de emergencia a los terminales BATTERY (21).
Relé FAN: responde si el ventilador interno está
defectuoso o no está conectado.
2 Consejos de Seguridad
Este aparato cumple con todas las directivas rele-
vantes de la UE y por lo tanto está marcado con el
símbolo
.
ADVERTENCIA El aparato está alimentado con
Durante el funcionamiento, existe el peligro de
un contacto de hasta 100 V en los terminales
SPEAKER OUTPUTS (9) y SLAVE INPUT (11).
Desconecte siempre el sistema profesional antes
de hacer o cambiar alguna conexión.
.
het apparaat is levensgevaar-
lijk. Open het apparaat niet,
en zorg dat u niets in de venti-
latieopeningen steekt! U loopt
het risico van een elektrische
schok.
un voltaje peligroso (230 V~).
Deje el mantenimiento sólo para
el personal cualificado y no
inserte nunca nada en las rejillas
de ventilación; corre el riesgo de
electrocutarse.
lijk warme plaatsen en plaatsen met een hoge
vochtigheid (toegestaan omgevingstemperatuur-
bereik: 0 – 40 °C).
G
Plaats geen bekers met vloeistof zoals drinkgla-
zen etc. op het apparaat.
G
De warmte die in het toestel ontstaat, moet door
ventilatie worden afgevoerd. Dek daarom de ven-
tilatieopeningen van de behuizing niet af.
G
Schakel het apparaat niet in en trek onmiddellijk
de stekker uit het stopcontact, wanneer:
1. het apparaat of het netsnoer zichtbaar bescha-
digd is,
2. er een defect zou kunnen optreden nadat het
apparaat bijvoorbeeld gevallen is,
3. een apparaat slecht functioneert.
Het apparaat moet in elk geval worden hersteld
door een gekwalificeerd vakman.
G
Een beschadigd netsnoer mag alleen in een
erkende werkplaats worden vervangen.
G
Trek de stekker nooit met het snoer uit het stop-
contact, maar steeds met de stekker zelf.
G
Verwijder het stof enkel met een droge, zachte
doek. Gebruik in geen geval chemicaliën of water.
G
In geval van ongeoorloofd of verkeerd gebruik,
verkeerde aansluiting, foutieve bediening of van
herstelling door een niet-gekwalificeerd persoon
vervalt de garantie en de verantwoordelijkheid
voor hieruit resulterende materiële of lichamelijke
schade.
Wanneer het apparaat definitief uit bedrijf
wordt genomen, bezorg het dan voor
milieuvriendelijke verwerking aan een
plaatselijk recyclagebedrijf.
Preste atención a los siguientes puntos bajo cual-
quier circunstancia:
G
El aparato está adecuado para su utilización sólo
en interiores. Protéjalo de derramos y goteos, ele-
vada humedad o calor (temperatura ambiente
admisible 0 – 40 ºC).
G
No coloque ningún recipiente con líquido encima
del aparato, p. ej. un vaso.
G
El calor generado en el interior del aparato debe
expulsarse con la circulación del aire. Así pues,
no cubra las rejillas de ventilación de la carcasa.
G
No utilice el aparato y desconecte inmediata-
mente el enchufe de la toma de corriente:
1. En caso de daño visible en el aparato o en el
cable de red
2. Si ha sufrido algún daño por caída o accidente
similar
3. Por mal funcionamiento
El aparato debe repararse por expertos en cual-
quier caso.
G
Un cable de conexión dañado debe reemplazarlo
sólo el personal cualificado.
G
No tire nunca del cable de conexión para desco-
nectar el enchufe de la toma, tire siempre del
enchufe.
G
Para la limpieza utilice sólo un paño seco y suave,
no utilice nunca agua ni productos químicos.
G
No podrá reclamarse garantía ni responsabilidad
alguna por cualquier daño personal o material
resultante de un uso diferente al originalmente
concebido, si no se conecta o se utiliza correcta-
mente, o si no lo repara un experto.
Si va a poner el aparato fuera de servicio
definitivamente, llévelo a la planta de reci-
claje más cercana para una eliminación no
perjudicial para el medioambiente.
NL
B
E
17