SCHOONMAKEN, OPSLAG, ONDERHOUD
SCHOONMAKEN
•
Schakel het apparaat uit. Haal voor elke reiniging de stekker van de lader (8, 9) uit
het stopcontact en laat alle onderdelen volledig afkoelen.
•
Gebruik nooit oplosmiddelen, schuurmiddelen, harde borstels, metaal of
scherpe voorwerpen voor het reinigen. Oplosmiddelen zijn schadelijk voor de
gezondheid en tast de plastic onderdelen aan. Schurende reinigingsmiddelen en
hulpmiddelen bekrassen het oppervlak.
•
Maak de lader (8, 9) en het apparaat schoon met een licht vochtige doek. Droog
alle onderdelen met een droge doek.
WAARSCHUWING: Dompel het apparaat nooit onder in water of andere
vloeistoffen. Houd het nooit onder stromend water. Er bestaat gevaar voor
elektrische schokken!
OPSLAG EN VERVOER
Bewaar het apparaat op een droge, schone plaats die ontoegankelijk is
voor kinderen en dieren, bij voorkeur in de oorspronkelijke verpakking.
•
Zorg ervoor dat hij is uitgeschakeld en volledig is afgekoeld. Het wordt
aanbevolen om altijd de originele verpakking of een draagtas te gebruiken voor
het vervoer.
•
Zorg ervoor dat het apparaat tijdens het vervoer niet kan vallen of omvallen.
Bescherm het apparaat tegen stoten en trillingen, vooral wanneer het in
voertuigen wordt vervoerd.
WAARSCHUWING: Het apparaat heeft een permanent geïnstalleerde Li-Ion
batterij. Li-ion batterijen worden beschouwd als gevaarlijke goederen voor vervoer
en mogen alleen worden vervoerd indien toegestaan door de plaatselijke wetgeving
of de voorschriften van de vervoersmaatschappij .
ONDERHOUD
•
Controleer na en voor elk gebruik op perfecte staat: Alle schroeven moeten
vastzitten. Het apparaat mag niet beschadigd zijn. Let op tekenen van
vermoeidheid (scheuren, krassen, verkleuring, vervorming), vooral op intensief
gebruikte plaatsen. De afstelling van de stuurinrichting moet juist zijn.
•
De batterij is een slijtageonderdeel. Aan het einde van zijn levensduur moet hij
worden vervangen door gekwalificeerd personeel.
•
Neem in geval van schade, problemen of onduidelijkheden contact op met de
klantendienst. Voer nooit zelf reparaties uit.
130