Om de 2 tot 3 mm zaagdiepte in te stellen drukt u de
stopknop in de richting van het zaagblad in. Hierdoor
voorkomt u dat zaagsplinters op het werkstuk vallen.
Trek de knop terug om de zaagdiepte vanuit deze stand
naar de vrije zaagdiepte terug te zetten.
Verstekzagen (zie afb. 11)
Naar rechts kantelen (zie afb. 12 en 13)
Draai de positieve stop zodat de pijl daarop een van twee
standen aanwijst (verticaal voor 22,5°, horizontaal voor
45°). Draai de klemschroeven aan de voor- en achterzijde
los. Kantel vervolgens de zool van het gereedschap totdat
deze stopt en zet de zool met de klemschroeven vast.
Om een verstekhoek van 48° in te stellen, beweegt u de
keuzehendel zo ver mogelijk naar de 48°-markering.
Draai de positieve stop zodat de pijl erop de horizontale
stand aanwijst. Kantel vervolgens de zool van het
gereedschap totdat deze stopt en zet de zool met de
klemschroeven vast.
Naar links kantelen (zie afb. 14)
Het gereedschap kan naar de linker 1°-verstekhoek
worden gekanteld. Om de linker verstekhoek van 1° in te
stellen, draait u de klemschroeven aan de voor- en de
achterzijde los, kantelt u de handgreep iets naar rechts en
duwt u de twee verstelhendels voor de verstekhoek
tegelijkertijd in de richting van de pijl waarop een
markering van -1 is aangebracht. Kantel vervolgens de
handgreep naar links terwijl u tegelijkertijd tegen deze
twee hendels duwt. Zet de zool met de klemschroeven
vast.
OPMERKING:
• Bij het terugzetten het zaagblad naar haakse stand
keert de verstelhendel vanzelf naar 0° terug.
Zichtlijn (zie afb. 15)
Bij gebruik van de cirkelzaag zonder geleiderail
(optie)
Voor recht zagen lijnt u de stand A op de voorkant van de
zool uit met de zaaglijn. Voor verstekzagen onder een
hoek van 45°, gebruikt u hiervoor stand B.
Bij gebruik van de cirkelzaag met geleiderail (optie)
Voor recht en verstekzagen onder een hoek van 45° moet
u de stand A op de voorkant van de zool altijd uitlijnen met
de zaaglijn.
Aan/uit-schakelaar (zie afb. 16)
LET OP:
• Controleer altijd voordat u de stekker in het stopcontact
steekt of de aan/uit-schakelaar van de cirkelzaag goed
werkt en terugkeert naar de uit-stand als u hem loslaat.
Om te voorkomen dat de aan/uit-schakelaar per ongeluk
wordt bediend, is een uit-vergrendelknop aangebracht.
Om de cirkelzaag te starten, drukt u de vergrendelknop in
en haalt u de aan/uit-schakelaar aan.
Laat de aan/uit-schakelaar los om de cirkelzaag te
stoppen
Snelheidsregelaar (zie afb. 17)
Door de snelheidsregelaar te verdraaien kunt u de
snelheid van de cirkelzaag traploos instellen tussen 2.000
en 5.200 omwentelingen per minuut. Als u de
snelheidsregelaar in de richting van stand 6 draait, wordt
de snelheid van het gereedschap hoger. Als u hem in de
richting van stand 1 draait, wordt de snelheid lager.
Zie de tabel om de juiste snelheid te kiezen voor het
werkstuk dat u wilt zagen. De juiste snelheid is echter ook
afhankelijk van de soort en de dikte van het werkstuk. In
het algemeen kunt u werkstukken met hogere snelheden
sneller zagen maar loopt de levensduur van het zaagblad
terug.
Nummer
1
2
3
4
5
6
LET OP:
• U kunt de snelheidsregelaar alleen tot aan het cijfer 6
draaien en terug naar 1. Forceer de schijf niet voorbij
de 6 of de 1 omdat de snelheidsregeling daardoor
onklaar raakt.
• De snelheidsregelaar is niet geschikt voor het gebruik
van lagesnelheidszaagbladen maar voor het instellen
van een snelheid die geschikt is voor het materiaal van
het werkstuk. Gebruik uitsluitend zaagbladen die
bedoeld zijn voor snelheden van ten minste
-1
5.200 min
.
De gereedschappen met elektronische aansturing zijn
dankzij de volgende eigenschappen gemakkelijk te
bedienen.
Overbelastingsbeveiliging
Als de cirkelzaag overbelast raakt en de stroomsterkte
een bepaald niveau overschrijdt, stopt de cirkelzaag
automatisch om de motor te beveiligen.
Constante-snelheidsregeling
Elektronische snelheidsregeling waardoor een constante
snelheid wordt verkregen. Maakt een onberispelijke
afwerking mogelijk omdat de draaisnelheid zelfs onder
belasting constant blijft.
Zachte-startfunctie
Maakt een zachte start mogelijk door onderdrukking van
de startschok.
ONDERDELEN AANBRENGEN/
VERWIJDEREN
LET OP:
• Controleer altijd of de cirkelzaag is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is getrokken voordat u
werkzaamheden aan de cirkelzaag uitvoert.
-1
min
2.000
2.200
3.100
4.000
4.900
5.200
37