TESTKETEL
Het werkingsveld werd gerealiseerd met testketels conform de norm EN 676.
KETELS IN DE HANDEL
De combinatie brander/ketel vormt geen probleem als de ketel voldoet aan de norm EN 303 en als de afmetin-
gen van de verbrandingskamer ongeveer overeenstemmen met deze voorzien in de norm EN 676.
Als de brander, daarentegen, moet worden gecombineerd, met een ketel in de handel die niet voldoet aan de
norm EN 303 of waarvan de afmetingen van de verbrandingskamer kleiner zijn dan deze opgegeven in norm
EN 676, raadpleeg dan de fabrikant..
VERHOUDING TUSSEN GASDRUK EN VERMOGEN
Om het maximale vermogen te benutten, moet men aan de mof 5,8 mbar meten (M2, zie hoofdstuk 3.3, blz. 4)
met de verbrandingskamer op 0 mbar en gas G20 - Pci = 10 kWh/m
7
6
5
4
3
2
1
40
D5257
40.000
3.
INSTALLATIE
DE BRANDER MOET GEÏNSTALLEERD WORDEN VOLGENS DE PLAATSELIJK GELDENDE WETTEN EN
NORMEN.
3.1 BEVESTIGING OP DE KETEL
BELANGRIJK
De ketelplaat mag max. 90 mm dik zijn, vuurvaste
bekleding inbegrepen.
Als hij dikker is (max. 150 mm) moet er een apart
aan te vragen verlengstuk voor de branderkop ge-
bruikt worden.
MONTAGE
SCHARNIER
A
2824
50
60
70
50.000
60.000
S7392
( 8.570 kcal/m
3
80
90
100
70.000
80.000
Thermisch vermogen
Koppel de branderkop los door de moer (1)
los te draaien en het deel (A) te verwijderen.
Maak het deel (B) vast aan de ketelplaat (2)
en voeg er de flensdichting (3), geleverd bij de
brander, tussen.
A
3
NL
3
).
110
120
kW
90.000
100.000
kcal/h
1
3
D5108
B
2