Maxeon SunPower Reserve Instrucciones De Instalación página 126

9.2.1. Foutopsporing omvormer
Foutnr. Foutbeschrijving Oplossing
4 Inverter_lost
100000 Grid_OVP
100001 Grid_UVP
100002 Grid_OFP
100003 Grid_UFP
100005 BUS_OVP1
100007 Insulation_fault
100008 GFCI_fault
100010 GFCI_fault
100011 Over_
Temperature
100012 PV_Reverse
100013 BAT_Reverse
100017 MPPT1_OVP
100021 MPPT2_OVP
100025 BAT_OVP
100026 BAT_UVP
100027 Battery_lose
© 2023 Maxeon Solar Technologies, Ltd. Alle rechten voorbehouden. | 547143 revisie B - juni 2023
Specificaties in dit document kunnen zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.
Communicatie met omvormer verbroken
1. Start het systeem opnieuw op en controleer of de fout is
verholpen.
2. Neem contact op met de klantenservice om het EMS- en
DSP-programma van de omvormer op afstand bij te
werken, en controleer daarna of de storing aanhoudt.
3. Als de fout niet kan worden verholpen, neem dan contact
op met het servicecentrum voor verdere controle.
1. Controleer of net abnormaal is.
2. Controleer of de aansluiting van de netkabel normaal is.
3. Start de omvormer opnieuw op en controleer of de storing
aanwezig is.
Controleer of de ingangsspanning van PV1 en PV2 hoger is
dan 580 V.
Als de eerste niet bestaat, start de omvormer dan opnieuw om
te zien of de storing nog steeds bestaat. Als het probleem zich
nog steeds voordoet, bel dan het servicecentrum.
1. Controleer of de aansluiting van de PV-kabel betrouwbaar
is.
2. Controleer of de PV-kabel beschadigd is.
1. Start de omvormer opnieuw op en controleer of de storing
aanwezig is.
1. Controleer of de omgeving rond de omvormer een slechte
warmteafvoer heeft.
2. Controleer of de installatie van de omvormer voldoet aan
de installatievereisten.
1. Controleer of de PV-aansluitingen zijn omgekeerd.
2. Als de aansluitingen juist zijn, bel dan het servicecentrum.
1. Controleer of de batterijaansluitingen zijn omgekeerd.
2. Als de aansluitingen juist zijn, bel dan het servicecentrum.
Controleer de spanning van PV1. Als deze hoger is dan 585 V
DC, verminder dan het aantal PV-modules.
Controleer de spanning van PV2. Als deze hoger is dan 585 V,
verminder dan het aantal PV-modules.
Controleer of de werkelijke batterijspanning meer dan 20 V
hoger is dan de uitschakelspanning voor het opladen van de
batterij.
Controleer of de werkelijke batterijspanning lager is dan de
afsluitspanning voor het ontladen van de batterij.
Controleer of de bedrading normaal is en of de meetwaarde
van de batterijspanning lager is dan 75 V.
55