uitgerust met een PE-aardleiding (groen/geel); deze aardleiding is niet nodig voor materialen van klasse II. Houd u aan de in deze
tabel voorgeschreven oppervlakken en lengtes bij het installeren of bij het gebruik van elektrische verlengsnoeren.
Type van het apparaat:
Type van het stopcontact van het apparaat:
Aanbevolen oppervlak van de kabel:
0 tot 50 m
Lengte van de
51 tot 100 m
gebruikte kabel
101 tot 150 m*
*Deze kabellengte is de maximum toegelaten lengte, deze mag niet worden overschreden.
Manier van plaatsen = kabels op kabelgoten of niet geperforeerd paneel / Toegelaten spanningsval = 5% / Meeraderig / Type kabel PVC 70°C
(voorbeeld H07RNF) / Omgevingstemperatuur = 30°C.
2.8
Risico op gehoorverlies
RISICO OP GEHOORVERLIES
Tijdens de werking van het apparaat is het dragen van passende gehoorbescherming verplicht.
GEVAAR
2.9
Gevaren tijdens het verplaatsen, het gebruik en onderhoudswerkzaamheden
Uit veiligheidsoverwegingen, moeten alle werkzaamheden uitgevoerd worden door personeel dat over de benodigde
kwalificaties en het juiste gereedschap beschikt. Het onderhoud moet regelmatig en grondig gebeuren en er mogen
alleen originele of gelijkwaardige onderdelen gebruikt worden. Het dragen van handschoenen is verplicht.
Te nemen voorzorgen voor de behandeling van olieproducten:
GEVAAR VAN VERGIFTIGING OF EXPLOSIE
Houd u aan de plaatselijk geldende wetgeving betreffende de behandeling van olieproducten. Vul
de tank als de motor koud is en het apparaat is gestopt. Tijdens het vullen van de brandstoftank is
het verboden om dichtbij te komen met een vlam of vonken te veroorzaken, te roken of te
telefoneren. Controleer altijd na het tanken of de tankdop degelijk is gesloten. Veeg alle sporen
van brandstof weg met een schone doek en wacht tot de dampen zijn verdwenen voordat u het
apparaat start. De door de apparaten gebruikte vloeistoffen, zoals olie en brandstof, zijn gevaarlijke
GEVAAR
stoffen. Niet inslikken, vermijd ieder langdurig of herhaald contact met de huid.
Te nemen voorzorgen voor de behandeling van accu's:
GEVAAR VAN VERGIFTIGING OF EXPLOSIE
Volg de voorschriften van de fabrikant van de accu. Gebruik uitsluitend geïsoleerde gereedschappen.
Kom niet dichtbij met een vlam of open vuur. Ventileer voldoende tijdens het opladen.
GEVAAR
3 Ingebruikname van het stroomaggregaat
3.1
Verklaring van de illustraties
De illustraties van de omslag tonen de verschillende onderdelen van het apparaat. De procedures van de handleiding verwijzen
naar deze onderdelen door middel van letters en cijfers: "A1" verwijst bijvoorbeeld naar onderdeel 1 in figuur A.
Klem voor de aarding
Moeren
Motorkap
Moeren van het
accucompartiment
Draagband van de accu
Accu
Contactschakelaar
Grendelhendel van de wielen
Schroef van het controleluik
Controleluik
Olievuldop
Brandstofpeilindicator
Brandstofvuldop
Zeeffilter
Economisch toerental (haas-
schildpad)
* Bronomkeerschakelaar, acculader,enz.
10 A
mm²
AWG
4
10
10
7
10
7
A1
Brandstofkraan
A4
Choke
A3
Controlelamp van de werking
A4
Handgreep van de trekstarter
A5
Stopcontacten (wisselstroom)
A6
12 V stopcontact (gelijkstroom)
Onderbrekerschakelaar van
A7
het 12 V stopcontact
A8
Olieaftapschroef
A9-E1
Bougie
A10-E2
Luchtfilter
A11-B1
Controlelamp van de oliebeveiliging
A12
Controlelamp overbelasting
A13
Oliepeil correct
A14-C1
Kapje van de olieaftapschroef
A15
Olieaftapplug
Enkelfasig
16 A
32 A
mm²
AWG
mm²
AWG
6
9
10
10
7
25
16
5
35
A16
Afdichtring van de olieaftapschroef
A17
Brandstofaftapslang
A18
Brandstofaftapschroef
A19
Bevestigingen van het luchtfilter
A20
Deksel van het luchtfilter
A21
Schuimplastic element
A22
Onderdeel in papier
Schroef van het toegangsdeksel
A23
van de bougie
A24-E4
Bougiekap
Schroef van het deksel van de
A25-D2
uitlaatdemper
A26
Deksel van de uitlaatdemper
Schroef van het rooster van de
A27
uitlaatdemper
B2
Uitlaatdemper
B3
Rooster van de uitlaatdemper
B4
Vonkenvanger
Driefasig
10 A
mm²
AWG
mm²
7
1,5
14
2,5
3
2,5
12
4
2
4
10
6
16 A
AWG
12
10
9
B5
C2
C3
D1
A2
D3
D4
E1
E3
F1
F2
F3
F4
F5
F6