Platenspeler
U kunt een platenspeler aansluiten aan de ingangen (14) "PHONO"
(linker kanaal"L" boven, rechter kanaal "R" onder).
Is het aansluitnoer van de platenspeler 3-aderig, de erde ade
(massa) aan de klem
vastschroeven.
Tuner
U kunt een tuner aansluiten aan de ingangen ® "TUNER" (linker
kanaal "L" boven, rechter kanaal "R" onder).
Cassettenrecorders/bandrecorders
U kunt een band- of cassettenrecorder aansluiten aan de ingangen
(18) 'TAPE-1/PLAY" (voor veergave) en aan de uitgangen
TAPE-1/REC" (voor opname). De kanalen zijn gescheiden (L =
links) en (R = rechts).
Een tweede recorder (spoelen of cassette) kan op "TAPE-2" aange-
sloten worden
( 2 0 ) .
Attentie: Ga, als de stekers niet passen, bij uw vakhandelaar te rade.
Aansluiting luidsprekers
De luisprekers moeten minstens tot 40 W muziek of 30 W continu
belastbaar zijn en moeten een aansluitwaarde van 8 Ohm hebben.
De rechter luidsprekerbox
aansluiten aan de klemmen et en @
de linker aan de klemmen ® en
( 2 4 ) .
Een van de aders van het luidsprekersnoer is gemerkt door een
andere kleur of door een isolatiehus. Deze gemerkte ader moet ver-
bonden worden met de rode (met een + aangegeven aansluiting)
aansluiting.
Plaatsing van de speakers
De beste luisterindruk verkrijgt men meestal door met de speakers
een denkbeeldige gelijkbenige driehoek te vormen, terwijl de spea-
kers zich op oorhoogte bevinden.
© Bij de eerste keer inschakelen adviseren wij U een geringe
geluidsterkte
te kiezen.
@ Sluit het toetsel op een 220 V wandcontactdoos aan.
Bediening
Aan- en uitzetten ©.
Functie indicatie door de kontrolelampje (3).
Grammofoonplatenweergave
Toets "PHONO" (13) indrukken.
Radio-weergave
Het radioprogramma van een aangesloten tuner wordt door het
aantippen van de toets "TUNER"
weergegeven.
Weergave cassetterecorder
@ Is aan de ingangen "TAPE 1" (17) en DÉI cassette-recorder aan-
gesloten, bij weergave toets "TAPE
1" (10) indrukken.
© Voor ingang "TAPE 2"
is dit toets "TAPE 2" ©
Cassette-opname
@ Voor het opnemen van radio-programma's drukt u op
TUNER (12)
© Voor het opnemen van een plaat drukt u op PHONO
( 1 3 ) .
De volume- en de toonregeling hebben op de opname geen
invloed.
e
Overspelen van cassettes
Als er twee cassetterecorders zijn aangesioten dan kunt u een cas-
sette kopieren.
@ toets
ingedrukt = kopieren van apparaat 1 naar apparaat 2.
@ toets
ingedrukt = kopieren van apparaat 2 naar apparaat 1.
Balans
Da balans (9) is goed ingesteld, als bij monoweergave het geluid
precies uit het midden tussen de beide luidsprekerboxen schijnt te
komen.
Loudness
Het gehoor is bij laag volume voor hoge en lage frekwenties minder
gevoelig
dan voor de middenfrekwenties. Drukt U de loudness-
toets
in, dan wordt het klankbeeld automatisch t. o. v. het
volume gekorrigeerd.
Toonregelaars
De bassen kunnen met regelaar "BASS" O worden ingesteld en
de hoge tonen met "TREBLE" (8). In de positie "0" worden hoog
en laag niet beinvioed.
Een juiste instelling is mede afhankelijk van de akoestiek van de
kamer n de opstelling van de luisprekerboxen.
Koptelefoon
De uitgang "PHONES" (€) is voor aansluiting van een stereokopte-
lefoon. De luidsprekers zijn dan uitgeschakeld.