N E D E R L A N D S
BEDIENINGSINSTRUCTIES
BATTERIJEN AANBRENGEN IN DE IFILL ZUURSTOFFLES MET PULSEDOSE
1. Open het klepje van het batterijvak.
2. Plaats 2 "AA" alkaline- of NiMH-batterijen.
3. Sluit het klepje van het batterijvak.
OPMERKING– Draai de keuzeschakelaar eerst naar "OFF" voordat u de batterijen vervangt.
DE IFILL ZUURSTOFCILINDER MET PULSEDOSE GEBRUIKEN
1. Bevestig de standaard neuscanule aan het aansluitpunt van de canule en breng de canule aan op uw
neus en gezicht. Bij PulseDose-toediening kunnen zuurstofslangen tot ongeveer 10m lang worden
gebruikt.
Voorkom ongevallen door omvallende zuurstofflessen door canuleslangen van
maximaal 3,5 m te gebruiken bij kleine zuurstofflessen. Zet flessen die onbewaakt
2. Zet de keuzeschakelaar in de voorgeschreven stand.
OPMERKING– Als deze schakelaar op "OFF" wordt gezet, gebruikt het apparaat geen batterijstroom en vindt
er geen zuurstofafgifte plaats. Als deze schakelaar is ingesteld op een van de cijfers, is het
apparaat ingeschakeld en wacht het tot de patiënt inademt door de neuscanule. Vervolgens geeft het apparaat
zuurstof af bij elke ademhaling van de patiënt. Het volume van de toegediende zuurstof varieert afhankelijk van de
gekozen instelling. De laatste instelling op de keuzeschakelaar is "CF"; dit is de stand voor continue toediening. In
deze stand stroomt continu zuurstof via het aansluitpunt van de canule op basis van de vooraf ingestelde standaard-
waarde voor continue toediening.
OPMERKING– Bij de continue toediening van zuurstof wordt geen gebruik gemaakt van de batterijen. Deze stand kan worden
gebruikt ongeacht de status van de batterijen. In het geval dat het apparaat niet werkt of de batterijen leeg zijn,
moet de gebruiker het apparaat met de hand overschakelen naar continue toediening voor zuurstoftoediening. Het
apparaat schakelt niet automatisch over op continue toediening. Bij continue toediening raakt de zuurstoffles sneller
leeg dan in de PulseDose-modus. Tenzij er een probleem is met het apparaat, zoals lege batterijen, dient het appa-
raat in de PulseDose-modus te worden gebruikt.
3. Adem normaal in en uit. Het zuurstofbesparingsapparaat geeft aan het begin van elke inademingscyclus, tot 40 maal per
minuut, een korte zuurstofstoot af.
4. Als u klaar bent met het gebruik van de iFill zuurstoffles, draait u de keuzeschakelaar naar "OFF".
OPMERKING– Gebruik geen masker in de PulseDose-modus omdat dit mogelijk niet goed genoeg past, waardoor het zuurstofbespar-
ingsapparaat niet in staat is te detecteren wanneer de patiënt inademt. Ook zou het therapeutische effect van het
PulseDose-apparaat teniet worden gedaan omdat de zuurstofconcentratie lager zou worden in het masker voordat de
patiënt inademt.
OPMERKING– Gebruik geen pediatrische canule of canule met lage flow bij toediening van zuurstof in de PulseDose-modus. Door de
beperkte diameter van de canula wordt de tegendruk te groot waardoor de hoeveelheid afgegeven zuurstof daalt.
OPMERKING– Toediening van zuurstof via de PulseDose-modus vindt plaats met zeer korte "stoten". Er wordt niet tijdens het hele
inademingsproces zuurstof toegediend. De toedieningsduur van zuurstof in de PulseDose-modus is voor elke ademteug
gelijk. Deze duur wordt ingesteld op basis van de zuurstofdosis die is ingesteld op het zuurstofbesparingsapparaat
(voorgeschreven instelling).
OPMERKING– Het PulseDose-apparaat is zodanig ontworpen dat niet vaker dan één per 1 1/2 seconde een zuurstofstoot wordt
afgegeven. Als de ademhalingsfrequentie hoger is dan 40 ademhalingen per minuut voorkomt deze functie dat er
teveel zuurstof wordt toegediend door niet op elke ademteug te reageren.
OPMERKING– Houd, als u NiMH-batterijen gebruikt, nauwkeurig in de gaten wanneer het lampje Batterij bijna leeg rood gaat knip-
peren. U wordt geadviseerd een volledig opgeladen setje alkalinebatterijen in reserve te houden en deze te plaatsen
zodra het rode lampje Batterij vervangen continu blijft branden.
ALARMEN (PD1000A REEKS)
Alarm bij ontbreken van inademing- Als het apparaat is ingeschakeld en er wordt gedurende 30 seconden geen inademing
gedetecteerd (nadat minimaal één ademteug is gedetecteerd), wordt gedurende één minuut elke drie seconden het geluidsalarm
geactiveerd en vervolgens automatisch uitgeschakeld.
DE IFILL ZUURSTOFCILINDER MET CONTINUE TOEDIENINGSREGELAAR GEBRUIKEN
1. Bevestig de standaard neuscanule (of masker) aan het aansluitpunt van de canule en breng de canule of het masker aan op
uw neus en gezicht.
WAARSCHUWING
achterblijven vast in een flessenhouder.
B E D I E N I N G S I N S T R U C T I E S
55
SE-535-CYL