4. TECHNISCHE KENMERKEN.
Netspanning
n
Frequentie
n
Max. nominale stroom
n
n
Max.werkingsdruk
Startdruk bereik (aan/uit mode)
n
n
Max. stop pressure (pressure dependent mode)
Max. start pressure (pressure dependent mode)
n
Beschermingsklasse
n
Max. watertemperatuur
n
Max. omgevingstemperatuur
n
Max. debiet
n
DN aansluiting aanzuigzijde
n
DN aansluiting perszijde
n
n
Nettogewicht
5. HYDRAULISCHE AANSLUITING.
Check automatische controle-eenheid voor transportschade bij ontvangst.
Alvorens de pomp hydraulisch aan te sluiten is het noodzakelijk een terugslagklep op de aanzuigzijde van de pomp te plaatsen.
ONEMATIC moet in verticale positie met de inlaatzijde ( 1 ¼" mannelijk) rechtstreeks met de pompuitlaatzijde, en de uitlaatzijde
(1 ¼" mannelijk) met de hoofdleiding.
ONEMATIC heeft een geintegreerde drukschakelaar zodat het niet noodzakelijk is een extern vat te plaatsen. Wordt echter
regelmatig waterafname voorzien, wordt aanbevolen om in drukafhankelijke modus te werken en dus een extern drukvat te
installeren.
6. ELEKTRISCHE AANSLUITING.
Het apparaat dient afgekoppeld van de elektrische stroom alvorens werkzaamheden in het apparaat uit te voeren.
Verkeerde aansluitingen kunnen de elektronica beschadigen.
Tabel 1. Vereiste kabelspecificaties
Netstroomkabel
Motorstroomkabel
Gebruik H07RN-F kabeltype met doorsnedes voldoende voor de toegepaste stroom zoals opgegeven in Tabel 1.
Check de stroomvoorziening. Verwijder het deksel en sluit de verbindingen aan zoals aangeduid door de aansluitingen op
n
de bovenplaat.
Pompen met driefase motoren:
n
Voeding van regeleenheid: sluit L1, L2, L3 aan via een driepolige motor veiligheidsschakelaar (aanbevolen) in OFF
n
modus en zorg voor een goede aardaansluiting.
Motor: verbind de motor met U, V, W en PE (aarding).
n
Pompen met eenfase motor:
n
Voeding van regeleenheid: sluit L1 en L2 aan via een motor beveiligingschakelaar (aanbevolen) in OFF modus en zorg voor een
n
degelijke aarding.
Motor: sluit motor aan U, V en PE (aarding).
n
De aardingdraad dient langer dan de andere draden te zijn. Hij dient als eerste te worden aangesloten, en de laatste om te worden
n
afgekoppeld bij demontage.
Sluit alle andere apparaten aan:
n
Alarm monitoring: ONEMATIC heeft 1 spanningvrij contact met 1 A maximum intensiteit voor de signaaloverdracht naar verschil-
n
lende types alarmuitrusting (optisch, akoestisch, etc) als een defect, dat eerder was verschenen in het LCD scherm, wordt vastge-
steld. Voor aansluiting, zie Fig. 4.
Min. niveaucontrole: er is een ingang om al de pompen stop te zetten zodra de externe schakelaar voor min. niveaudetectie uitvalt.
n
Voor connection see Fig. 4.
Voor keuze van de spanning zet de schakelaar:
n
naar A voor 220-240 V.
n
naar B voor 380-415 V.
n
Bij het sluiten van het deksel na de aansluiting, let op de
correcte plaatsing van de dekseldichting. Zorg er voor
de interne bedrading niet klemt tussen deksel en
behuizing.
Controleer de draairichting van de pomp voor de inbe-
drijfstelling.
4
~1x230 / ~3x230 / ~3x400 VAC
50/60 Hz
16 (10)
A
10 bar
1 ÷ 5 bar
7 bar
6,5 bar
IP55
40ºC
50ºC
15.000 l/h
G1 ¼" mannelijk ISO 228
G1 ¼" mannelijk ISO 228
3,3 kg
~1x230 VAC
H07RN-F 3G1,5
H07RN-F 3G1,5
ZIJAANSLUITING.
1. Pomp.
2. Stroomaansluiting.
3. Minimumniveau (optie).
Fig 2. Zijaansluiting.
~3x230 VAC
H07RN-F 4G1,5
H07RN-F 4G1,5
1
3
2
NL
~3x400 VAC
H07RN-F 4G1,5
H07RN-F 4G1,5