De doelmotor selecteren > Patrooninstelling
●
Patroonaanpassing
U kunt de Patroon-waarde ingesteld in „Patrooninstelling"
aanpassen.
• Als u Geen selecteert, past u de waarde van elk Patroon
aan.
• Als u een van Patroon 1 tot Patroon 3 selecteert, wordt
een trimhoek overeenkomstig elke vaarsnelheid of
motorsnelheid ingesteld. Pas de Patroon-waarde indien
nodig aan.
• Onder de volgende omstandigheden wordt Patroon
aanpassen grijs weergegeven en kan niet worden
geconfigureerd.
– Trim Nul Instellen is niet voltooid. (p.20)
– Wanneer de motor de trimondersteuningsfunctie niet
ondersteunt
– Als er een fout optreedt in de buitenboordmotor
1. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om BOOT SET te selecteren en
druk op de toets [ENTER].
2. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om Assistentiefunctie te
selecteren en druk op de toets [ENTER].
3. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om Trim Ondersteuning
Instelling te selecteren en druk op de toets [ENTER].
>
4. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om Patroon aanpassen te
selecteren en druk op de toets [ENTER].
• De huidige instellingswaarde wordt weergegeven
overeenkomstig de geselecteerde Snelheidsbron, de
Motor en het Patroon.
5. Selecteer met de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] het item waarvoor u de
waarde wilt aanpassen en druk op de toets [ENTER].
6. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om de motorsnelheid en de
trimhoek in te stellen en druk op de toets [ENTER].
Wanneer u klaar bent met alle motorsnelheden en
trimhoeken in te stellen, gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om
Registreren te selecteren en druk op de toets [ENTER].
14
Naar „De instellingen configureren" (p.8)