4. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om de indeling van het
basisscherm te selecteren en druk op de toets [ENTER].
* Als u de indeling enkel scherm selecteert, gaat u naar stap 6.
5. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om het gebied dat u wilt
bewerken te selecteren en druk op de toets [ENTER].
6. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om de motor waarop u de
informatie wilt weergeven te selecteren en druk op de toets
[ENTER].
* Als u de indeling enkel scherm in stap 4 selecteert, gaat u naar stap 9.
7. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om het aantal
informatiestukken die u wilt weergeven te selecteren en
druk op de toets [ENTER].
• Wanneer enkel is geselecteerd, wordt er slechts één stukje
informatie weergegeven.
• Wanneer drievoudig is geselecteerd, kunt u drie stukken
informatie selecteren om weer te geven.
Wanneer drievoudig is geselecteerd
Wanneer enkel is geselecteerd
8. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om de ruimte die u wilt
weergeven te selecteren en druk op de toets [ENTER].
• Als u op de toets [ENTER] drukt, verandert de kleur van het
kader van groen naar rood.
• In dit voorbeeld wordt drievoudig geselecteerd in stap 7,
maar de procedure is ook hetzelfde voor enkel.
Wordt rood
9. Gebruik de toets [ ∧ ] of [ ∨ ] om de informatie die u wilt
weergeven te selecteren en druk op de toets [ENTER].
Naar „De instellingen configureren" (p.8)
28