KNS130
12.17 Functie van een diode
Bedradingsvolgorde
4-18, 17-45, 44-2, 1-3
1
2
4
3
1
2
4
3
18
17
18
17
45
44
44
45
Voltooi alle bedradingsaansluitingen zoals aangegeven in de volgorde. Zet de hoofdschakelaar aan. De
motor gaat draaien. Als je de aansluitpolariteit van de diode omkeert door de bedrading een beetje
anders aan te sluiten, 17 aansluiten op 44 en 2 aansluiten op 45, dan zul je dit keer merken dat de
schakeling niet werkt. Dit komt doordat de diode geen stroom in omgekeerde richting doorlaat. Daarom
werkt de schakeling deze keer niet.
12.18 Een eenvoudige demonstratie van de lichtsensor
Bedradingsvolgorde
4-14, 13-49, 48-17, 18-3
4
3
18
17
13
48
14
49
Voltooi alle bedradingsaansluitingen zoals aangegeven in de volgorde. Zet de hoofdschakelaar aan. Je
zult merken dat de LED heel zwak oplicht. Dit geeft aan dat er slechts een zeer kleine hoeveelheid
stroom doorheen loopt. Dit hangt af van de intensiteit van het licht dat op de lichtsensor valt. Als je dit
experiment op een donkere plek uitvoert, kan het zijn dat de LED helemaal niet oplicht. Als je een
zaklamp gebruikt om op de lichtsensor te schijnen, kun je zien dat de LED helder oplicht. Dit komt
doordat er bij meer licht meer stroom door de lichtsensor kan stromen om de LED te laten oplichten.
V. 01 – 01/02/2024
49
©Velleman nv