12.19 Een praktisch voorbeeld: Lichtgestuurde LED
Bedradingsvolgorde
4-23, 22-14, 24-49, 48-13-17, 18-3
14
22
24
23
49
Voltooi alle bedradingsaansluitingen zoals aangegeven in de volgorde. Zet de hoofdschakelaar aan. Deze
keer zal de LED, zelfs bij een kleine hoeveelheid licht, helder oplichten! Dat komt omdat in deze
schakeling de PNP-transistor de echte poort naar de LED is, en de lichtsensor alleen fungeert als
schakelaar om de poort te openen! Wanneer het bovenste deel van de schakeling niet is aangesloten,
loopt er geen stroom door de "Emitter" naar de "Base" van de transistor. De poort van de "Emitter" naar
de "Collector" is dus gesloten. Wanneer er licht op de lichtsensor valt, wordt het bovenste circuit
aangesloten; er gaat een heel klein beetje stroom door de "Emitter" naar de "Base", en dan wordt de
poort van de "Emitter" naar de "Collector" geopend! Elektrische stroom van de batterij kan dan door de
transistor naar de LED stromen, en daardoor zal de LED helder oplichten! Deze schakeling maakt van de
lichtsensor een gevoelige schakelaar die licht detecteert.
12.20 Een praktisch voorbeeld: Door duisternis geactiveerde LED
Bedradingsvolgorde
4-14-23, 22-13-12, 24-49, 48-11-17, 18-3
13
22
14
24
23
49
Voltooi alle bedradingsaansluitingen zoals aangegeven in de volgorde. Zet de hoofdschakelaar aan. Als je
je in een kamer met fel licht bevindt, zal de LED niet branden. Als je de lichtsensor afdekt, gaat de LED
branden. Dit betekent dat de LED wordt ingeschakeld door duisternis in plaats van licht!
V. 01 – 01/02/2024
13
4
3
18
48
100K Ω
12
11
4
3
18
48
KNS130
17
17
50
©Velleman nv