3.
Gebruik richtlijnen
Het apparaat is ontworpen voor het verpompen van water.
Gebruiker is verantwoordelijk voor eventuele schade veroorzaakt door niet-
beoogd gebruik.
3.1.
Beschrijving van het apparaat
A. Gashendel
B. Geluiddemper
C. Tankvuldop
D. Einde waterafvoer
E. Kader
F.
Motorolievuldop (met peilstok)
G. Contactschakelaar
H. Handgreep van de terugloopstarter
I.
Brandstofklep
J.
Chokeregelklep
K. Watervuldop
L.
Luchtfilterhuis
M. Aftapplug voor motorolie
N. Aftapplug voor restwater
O. Waterinlaatmondstuk
P. Waterfilter (zuiging)
3.2.
Klaarmaken voor gebruik
NL