NL
PLAATS VAN HET APPARAAT
Gebruik het apparaat alleen in open ruimtes of goed geventileerde ruimtes.
Blokkeer de luchtinlaat of -uitlaat van het apparaat niet. Apparaat dient uit de
buurt van hete oppervlakken te worden gehouden. Gebruik het apparaat altijd op
een vlakke, stabiele, vuurvaste en droge ondergrond en buiten het bereik van
kinderen en personen met verminderde geestelijke, zintuiglijke en intellectuele
functies. Het werkgebied van de unit moet directe toegang tot de aan/uit-
schakelaar bieden.
MONTERING AF APPARATET
De unit is een vrijstaande unit. Sluit voor gebruik slangen aan met adapters voor
het
waterinlaatuiteinde
(O)
en
uitlaatuiteinde
(D).
Plaats een filter (P) op het uiteinde van de watertoevoerslang.
BELANGRIJK: Gebruik de pomp niet zonder waterfilter.
Zet de slangen aan de uiteinden vast met de meegeleverde klemmen. Bevestig het
waterfilter aan het uiteinde van de zuigslang op dezelfde manier. Slanglengtes
mogen de opgegeven parameters niet overschrijden.
BELANGRIJK: de pomp heeft de grootste capaciteit wanneer deze zo dicht mogelijk
bij
de
inlaatwatertank
wordt
geplaatst.
Vul vervolgens olie bij in de motor. Om dit te doen, draait u de olieplug los en giet
u er motorolie doorheen totdat het peil het juiste veld op de peilstok van de plug
bereikt,
bij
voorkeur
dichter
bij
het
maximaal
toegestane
niveau.