BEDIENING/VENTILATIE
De NIVEL-bakventilator wordt bediend met een aanraakscherm. Het bedieningsonder-
deel heeft 3 ventilatieniveaus en een intensief niveau, naast een reinigingsfunctie voor
interval-ruimteventilatie.
A
Door het pictogram AAN-UIT te selecteren, schakelt u het apparaat in.
De ventilatieniveaus 1-2-3-Int. zijn bedrijfsklaar.
Apparaat AAN = pictogram heeft achtergrondverlichting, nog een keer drukken
schakelt het apparaat uit.
B
Ventilator-vermogensniveaus 1-2-3, door te drukken op het gewenste vermo-
1 2 3
gensniveau wordt dit actief en loopt met een korte vertraging aan. Nog een keer
drukken schakelt het vermogensniveau uit.
Het actieve vermogensniveau heeft achtergrondverlichting.
C
Intensief niveau
Int.
Door te drukken op het pictogram Int schakelt u het intensieve niveau in (max.
ventilatorvermogen). De motor schakelt na ong. 3 min. automatisch terug naar
het eerder actieve niveau.
D
Luchtreinigingsinterval
Door op het pictogram te drukken, schakelt u de ventilator gedurende ong.
10 min./uur op het laagste niveau in; hierdoor verbetert het ruimteklimaat. De
functie kan ook worden gebruikt als de afvoer UIT staat.
Het actieve luchtreinigingsinterval heeft achtergrondverlichting, door nog een
keer drukken schakelt u de functie uit.
E
Vetfilterreiniging
1
Wanneer de vetfiltermelder ( E ) knippert, moet het rvs-vetfilter worden schoon-
gemaakt. Na reinigen van het filter plaatst u het filter weer terug en stelt u de
vetfiltermelder weer terug. Daartoe houdt u het pictogram '1' 3 seconden lang
ingedrukt tot het pictogram '1' niet meer knippert. Om de vetfiltermelder te kun-
nen terugstellen, moet de kap in de stand 'aan' staan.
De vetfiltermelder schakelt na max. 40 bedrijfsuren in.
OPMERKING:
De meeste van de getoonde knoppen zijn alleen zichtbaar na het inschakelen.
GEBRUIKSAANWIJZING
NL
103