Benodigde gereedschappen voor de montage
Klemtang
De robotmaaier dragen
WAARSCHUWING: Verzeker u ervan dat de aan-uitschakelaar van de robotmaaier uit staat.
WAARSCHUWING: Houd de robotmaaier niet aan iets anders vast dan de handgreep.
WAARSCHUWING: Houd de robotmaaier niet vast met de maaimessen naar u toe gericht.
WAARSCHUWING: Bedien de robotmaaier niet terwijl andere personen deze aanraken.
1.
Als de robotmaaier is werking is, drukt u op de "STOP"-knop.
Het displaydeksel gaat open en de robotmaaier stopt.
2.
Sluit het displaydeksel en druk op de O-kant van de aan-uitschakelaar.
3.
Pak de handgreep vast en til de robotmaaier op.
► Fig.2: 1. Handgreep 2. Aan-uitschakelaar
Het maaigebied voorbereiden
Bereid als volgt voor om het automatisch maaien van de robotmaaier niet te hinderen.
•
Verwijder altijd stokken, stenen en andere grote voorwerpen uit het maaigebied.
•
Als het gras langer is dan 100 mm, maait u het eerst af op die lengte of korter.
•
Vul eventuele lage plekken of plaatsen waar een waterplas blijft staan op en werk deze glad af.
•
Verwijder sneeuw in het geval dit zich heeft opgehoopt.
De netspanningsadapter monteren
Kies een goed geventileerde locatie in de schaduw waar geen regendruppels erop vallen. Plaats de netspanningsadapter op een hoogte van 30 cm
of meer boven de grond. Wij adviseren u de netspanningsadapter met schroeven op een muur te monteren.
KENNISGEVING: Om te voorkomen dat de aansluitklem vervormd of beschadigd raakt, sluit u de aansluitklem recht aan zonder hem te
kantelen.
OPMERKING: Een gewoon stopcontact voor een locatie buitenshuis die niet wordt blootgesteld aan regen is vereist.
OPMERKING: Als de montagelocatie onvoldoende draagkracht heeft, moet u deze versterken.
OPMERKING: Nadat de netspanningsadapter is gemonteerd, trekt u de stekker van de netspanningsadapter uit het stopcontact.
OPMERKING: Sluit niet meerdere cabtire-kabels op elkaar aan.
► Fig.3: 1. Netspanningsadapter 2. Cabtire-kabel
► Fig.3: a) 30 cm of meer boven de grond
Het laadstation plaatsen
Het laadstation laadt de robotmaaier en stuurt signalen door de begrenzingsdraad en begeleidingsdraad.
Montagevoorwaarden voor het laadstation
KENNISGEVING: Buig de grondplaat niet.
•
Kies zo mogelijk een horizontale locatie in de buurt van de stroomvoorziening (±5° of minder).
•
Kies een locatie de niet is blootgesteld aan direct zonlicht.
•
Als het laadstation op het gazon wordt geplaatst, moet die locatie eerst kort gemaaid worden.
•
Er is een ruimte van 3 meter of meer vanaf de achterkant van het laadstation.
► Fig.4: 1. Grondplaat
► Fig.4: a) 5° of minder b) 3 m of meer
Kniptang
74
NEDERLANDS
Kunststof hamer