NL
Algemene informatie - zorgvuldig lezen
Lees en begrijp deze handleiding voordat u het product gebruikt.
De handleiding moet altijd in de landstaal beschikbaar zijn. Indien
deze niet beschikbaar is, dient de verkoper dit voor de doorverkoop
met SKYLOTEC op te helderen. De handleiding moet aan de
gebruiker ter beschikking worden gesteld. De apparatuur mag
alleen gebruikt worden door personen met een goede lichamelijke
en geestelijke gezondheid. Zij moeten getraind zijn in veilig gebruik
en over de nodige kennis beschikken, of onder toezicht van een
dergelijke persoon staan. Er moeten nood- en evacuatieplannen
zijn voor alle eventualiteiten. Reddingsoperaties moeten zo snel
mogelijk kunnen worden uitgevoerd.
1.) Reddingssysteem
Een reddingssysteem bestaat ten minste uit een geschikte
lichaamsondersteuning, bijv. een reddingsharnas volgens EN 1497
of een reddingslus volgens EN 1498, een reddingshefinrichting EN
1496 of afdaalinrichting EN 341 en een ankerpunt, bijv. volgens EN
795. Alleen geteste en goedgekeurde onderdelen mogen worden
gebruikt. De uitrusting mag alleen worden gebruikt binnen de
beschreven voorwaarden en voor het beoogde doel bescherming
tegen vallen van een hoogte. Bij het combineren van afzonderlijke
onderdelen moet ervoor worden gezorgd dat de veilige werking
van elk onderdeel en van het geassembleerde reddingssysteem
altijd gewaarborgd is, aangezien er bij niet-naleving gevaar voor lijf
en leden bestaat. De uitrusting moet een persoonlijk artikel zijn.
Het verankeringspunt waaraan de uitrusting wordt bevestigd, moet
een minimale sterkte van 12 kN (ongeveer 1,2 ton) hebben. Kies/
plaats ankerpunten zo verticaal mogelijk, boven de te redden
persoon. Let er bij een rechtstreekse verbinding met structurele
uitrusting op dat geen scherpe randen de uitrusting in gevaar
brengen en dat de verbinding niet uit zichzelf kan losraken. Zorg er
in het bijzonder voor dat alle EN 362-verbinders (karabiners) stevig
zijn bevestigd.
Reddingslussen volgens EN 1498:2006 - Klasse B en
reddingsharnassen volgens EN 1497:2007 bestaan uit banden,
hulpstukken en andere losse onderdelen. Zij worden gebruikt als
lichaamshouder voor reddingsdoeleinden om gewonde personen
uit gevaarlijke gebieden te evacueren. Zij mogen niet worden
gebruikt als lichaamshouder in een valbeveiligingssysteem. Zij
ondersteunen en houden de te redden persoon in een bepaalde of
zittende positie tijdens de reddingsprocedure.
Voor reddingslussen volgens EN 1498:2006 - klasse B moet de
redder ervoor zorgen dat de te redden persoon niet in gevaar wordt
gebracht door een verplaatsing van de banden van de reddingslus
of door contact met de bevestigingselementen, bijvoorbeeld
doordat een bevestigingselement het hoofd van de te redden
persoon raakt tijdens een onbedoelde gebeurtenis zoals een korte
val.
36 36
MAT-BA-0020-01.indd 36
MAT-BA-0020-01.indd 36
Gebruiksaanwijzing
20.04.2023 12:01:13
20.04.2023 12:01:13