Bosch Climate 5000 L Serie Manual De Instalación página 116

Installatie
3.6 Kabelgebonden kamerthermostaat monteren
OPMERKING
Beschadiging van de kabelgebonden kamerthermostaat
Verkeerd openen van de kabelgebonden kamerthermostaat of te vast
aandraaien van de schroeven kan deze beschadigen.
▶ Niet te veel druk op de kabelgebonden kamerthermostaat uitoefe-
nen.
▶ Wandsokkel van de kabelgebonden kamerthermostaat afnemen (
afb. 24).
– De top van een schroevendraaier in het buigpunt [1] aan de ach-
terkant van de kabelgebonden kamerthermostaat steken.
– De schroevendraaier optillen, om de wandhouder [2] eraf te klik-
ken.
▶ Eventueel de wand en communicatiekabel voorbereiden (
afb. 25).
– [1] Kit of isolatiemateriaal aanbrengen.
– [2] Bocht in kabel uitvoeren.
▶ Wandhouder op de wand bevestigen ( afb. 26, [1]).
▶ Kabelgebonden kamerthermostaat op de wandhouder monteren (
afb. 28).
3.7 Aansluiten elektrisch
3.7.1 Algemene aanwijzingen
WAARSCHUWING
Levensgevaar door elektrische stroom!
Aanraken van elektrische onderdelen die onder spanning staan, kan een
elektrische schok veroorzaken.
▶ Onderbreek voor werkzaamheden aan elektrische delen de voe-
dingsspanning over alle polen (zekering, vermogensautomaat) en be-
veilig tegen onbedoeld herinschakelen.
▶ Werkzaamheden aan het elektrische systeem mogen alleen door een
erkende elektrotechnicus worden uitgevoerd.
▶ De juiste geleiderdiameter en stroomonderbreker moeten worden
bepaald door een gediplomeerd elektricien. Het maximale stroom-
verbruik uit de technische gegevens ( zie hoofdstuk 10,
pagina 122) is hiervoor bepalend.
▶ Veiligheidsmaatregelen conform de nationale en internationale voor-
schriften aanhouden.
▶ Bij een aanwezig veiligheidsrisico in de netspanning of bij een kort-
sluiting tijdens de installatie de gebruiker schriftelijk informeren en
de toestellen niet installeren tot het probleem is opgelost.
▶ Alle elektrische aansluitingen conform het elektrische aansluitsche-
ma uitvoeren.
▶ Kabelisolatie alleen met speciaal gereedschap knippen.
▶ De kabel stevig bevestigen aan de aanwezige bevestigingsklemmen/
kabeldoorvoeren met geschikte kabelbinders (leveringsomvang).
▶ Geen andere verbruikers op de netaansluiting van het toestel aanslui-
ten.
▶ Fase en PEN-ader niet verwisselen. Dit kan functiestoringen tot ge-
volg hebben.
▶ Bij een vaste netaansluiting een overspanningsbeveiliging en een
scheidingsschakelaar installeren, die is gedimensioneerd voor 1,5
keer het maximale opgenomen vermogen van het toestel.
3.7.2 Binnenunit aansluiten
De binnenunit wordt via een 4-draads communicatiekabel aangesloten.
Gebruik kabels van het type H07RN-F met voldoende geleiderdiameter.
116
OPMERKING
Materiële schade door verkeerd aangesloten binnenunit
De binnenunit wordt via de buitenunit met spanning gevoed.
▶ Binnenunit alleen op de buitenunit aansluiten.
Voor aansluiten van de datakabel:
▶ Afdekking van de elektronica van de binnenunit wegnemen.
▶ Kabel via de trekontlasting zekeren en op de klemmen L, N, S en
aansluiten.
▶ Toekenning van de aders aan de aansluitklemmen noteren.
▶ Afdekkingen weer bevestigen.
▶ Kabel naar de buitenunit leiden.
3.7.3 Installatie display-eenheid
▶ Borgingen van de display-eenheid  afb. 22 in de groeven van de
elektronische besturingsunit plaatsen en de display-eenheid naar be-
neden schuiven.
▶ De kabel van de display-eenheid door de kabeldoorvoer op de elek-
tronische besturingsunit leiden en op de printplaat aansluiten.
3.7.4 Kabelgebonden kamerthermostaat aansluiten
OPMERKING
Beschadiging van de kabelgebonden kamerthermostaat of de be-
drading
▶ Tijdens de installatie geen aders inklemmen.
▶ Om het binnendringen van water in de kabelgebonden kamerther-
mostaat te voorkomen, bij het aanbrengen van de bekabeling (
afb. 25) kabelbochten [1] en kit [2] voor de afdichting van de steek-
verbinder gebruiken.
▶ Kabels moeten goed worden bevestigd en er mag geen trekspanning
op staan.
OPMERKING
Beschadiging door overspanning
De kabelgebonden kamerthermostaat is voor laagspanning bedoeld.
▶ De datakabel in geen geval in contact met hoogspanning brengen.
Meegeleverde kabel gebruiken.
▶ Eventueel verlengingskabel tussen binnenunit en installatielocatie
van de kabelgebonden kamerthermostaat installeren.
▶ Communicatiekabel op binnenunit aansluiten.
▶ Communicatiekabel eventueel via verlengingskabel met de kabelge-
bonden kamerthermostaat verbinden. Daarbij elke steekverbinding
met kunststof slang en kabelbinders isoleren ( afb. 27).
▶ Magneetring aanbrengen.
▶ Aansluiting voor aarding aansluiten.
▶ Knoopcel in de houder [1] plaatsen.
3.7.5 Buitenunit aansluiten
Op de buitenunit worden een voedingskabel (3-aderig) en de datakabel
van de binnenunit (4-aderig) aangesloten. Gebruik kabels van het type
H07RN-F met voldoende geleiderdiameter en beveilig de netaansluiting
met een zekering.
▶ De communicatiekabel aan de trekontlasting beveiligen en op de
klemmen 1(L), 2(N), S en
aan de aansluitklemmen als bij de binnenunit) ( afb. 18 en 17).
▶ 1 magneetring op de datakabel aanbrengen, zo dicht bij de buitenunit
als mogelijk is.
▶ Stroomkabel aan de trekontlasting beveiligen en aansluiten.
– CL5000L ... E: aansluitklemmen L, N en
– CL5000L ... E-3: aansluitklemmen L1, L2, L3, N en
Climate 5000 L • Climate 5000i U/L – 6721841493 (2023/05)
aansluiten (toekenning van de aders