©
Bandmonitor (MON)
Voor het inschakelen van de uitgang-bandopnemer aangesloten
op de bandweergave-bussen. Wordt ook gebruikt voor de kon-
trole van
het signaal
dat tijdens het opnemen
wordt geregi-
streerd. Deze schakelaar heeft voorrang op programmakeuze-
schakelaar 10).
@
Programmakeuze-schakelaar (SOURCE)
Maakt
een
keuze tussen de onderscheiden
muziekbronnen
die
via
de
luidsprekers
of
de
koptelefoon
kunnen
beluisterd
worden.
Merk
op
dat de uitgang
van
de bandopnemer
niet
met deze schakelaar
kan ingesteld worden. Zie Bandmonitor-
schakelaar 9),
AUX:
Stelt
de muziekbronnen
in aangesloten
op
de
AUX-
ingangbussen,
Tuner:
Stelt
de
muziekbron
in aangesloten
op
de Tuner-
ingangbussen.
Phono:
Stelt de uitgang
van
de
platenspeler
in aangesloten
op de Phono-ingangbus.
®
Overstuur-signaallamp
Gaat
branden
als de pieken
in het geluidsniveau
op een
van -
beide
kanalen
een
te
hoog
oversturingsniveau
bereiken,
en
waarschuwt
dus
voor
mogelijke
vervorming
of gevaar
van
beschadiging
in de luidsprekers.
Als deze signaallamp aangaat
moet
u het volume
bij uitgang verminderen
door de volume-
regelaar naar links te draaien tot een positie waarop de signaal-
lamp niet meer brandt.
®
Indikator vermogenniveau bij uitgang
Het
vermogen
bij uitgang
van
de versterker
kan
afgelezen
worden
op de
LED-indikators
voor
linker en rechterkanaal.
Deze
indikators
laten een
direkte
aflezing toe van
het uit-
gangsvermogen
als de versterker
aangesloten
is op een
stel
8 Ohm-luidsprekers.
Telkens het uitgangsvermogen
verhoogt
verschuift de meter overeenkomstig, 0,1,0,2....25, 50 Watt.
De schaalkeuze-schakelaar
maakt
het u mogelijk
te kiezen
tussen
laag vermogen-aflezing
(x0,1), of normaal
vermogen-
aflezing (x1).
GEBRUIK VAN EEN BANDAPPARAAT
Om een geregistreerde band te beluisteren, de band eenvoudig laten
afspelen
op
het. apparaat,
en
de
bandmonitorschakelaar
op
de
"ON"
stand afstellen.
Om
een stereosignaal te registreren, de ge-
wenste
muziekbron
selekteren
door
middel
van
de programma-
keuzeschakelaar
(10). Dit zal een opnamesignaal
mededelen
naar
de bandopnamebussen.
Indien u het muziekprogramma dat opgeno-
men
wordt wenst te kontrolleren, zet u de bandmonitorschakelaar
9) in de On-stand.
Dit is echter enkel mogelijk indien u een band-
apparaat met drie koppen hebt.
OPSPOREN
VAN STORINGEN
Deze aanduidingen zijn bestemd
als hulp voor het oplossen van pro-
blemen
die zich kunnen
voordoen
bij de installatie van de stereo-
keten.
De
opgegeven
oplossingen
lijken wel evident,
maar
het is
mogelijk
dat zij voistaan
om
de nodige
korrekties uit te voeren,
zonder de versterker naar de dealer te moeten terugbrengen.
STORING
De versterker werkt
niet met Power-
schakelaar in On-stand.
UIT TE VOEREN
KORREKTIE
Ga na of de stekker goed aangesloten is
op stopkontakt van 220V
50 Hz WS.
De indikator-Lampjes
Kontroleer de luidsprekerdraden op losse
werken, maar geen geluid
of
open
aansluitingen.
Ga
na
of de
op een van de bronnen.
Bandmonitor-schakelaar
in
de
juiste
stand staat.
Naaldruis of vervorm-
ing bij platenspeler.
Licht de geluidsarm op. Also de storing
ophoudt,
ligt het probleem waarschijn-
lijk in het opneemelement
of de draad-
aansluiting
ervan.
Doen
herstellen
of
vervangen.
De
afzonderlijke
aarderver-
binding
aansluiten
op de GND-bus
van
de versterker.
Dreun alleen op
platenspeler.
Nagaan of de pluggen van de platenspeler
goed bevestigd zijn in de bussen van de
versterker.
Draai
de
platenspelerdraden
rond
terwij!l
u
lJuistert
om
eventueel
een defekt of onderbroken geleider vast
te
stellen.
Herstellen
'of
vervangen.
De aardeverbinding aansluiten zoals hier-
boven aangeduid.
Dreun op andere
muziek-bronnen.
Draden en aansluitingen kontroleren. De
stekker
van
de versterker omkeren.
De
stekker
van
de aangesloten
apparatuur
omkeren.
TECHNISCHE KENMERKEN
Uitgangsvermogen
:
30 Watt
Minimum konstant RMS uit-
gangsvermogen per kanaal met
een ingang op beide kanalen,
van 20 Hz tot 20 kHz minimum
bij THD 8 Ohm.
Totale harmonische vervorming
0,1%
|HF-78 norm
20 Hz — 20 kHz
Intermodulatie vervorming
0,1%
Bij uitgang 60:7000 Hz = 4:1
Weergavebereik
20 Hz — 20 kHz
+1,5dB
1 Watt
Bandbreedte
10 — 30.000 Hz
—3 dB
Gevoeligheid ingang
Phono:
2,5 mV
Andere: 150 mV
Signaal/Ruisverhouding
Phono:
70 dB
Andere: 90 dB
Phono-overbelasting
120 mV
Toonregelingbereik
Lage: +10 dB
Hoge: +10 dB
Loudness Filter
100 Hz: +7 dB
10 kHz: +3,5 dB
Hoogfilter
. 10kHz: ~8 dB
Laagfilter
40 Hz: —10 dB
Kanaalscheiding
60 dB
1 kHz
Uitgang Bandopname
130 mV
Voeding
220V
50Hz
WS
Verbruik
320 Watt maximum
47 kOhm
47 kOhm
IHF A-verbonden
100 Hz
10 kHz
Volume op — 30 dB
—6 dB/Oktaaf
—6 dB/Oktaaf
Afmetingen
;
420 breed, 100 hoog, 220 diep (mm)