3. Selecteer een tijdindeling (12 uur of 24 uur).
4. Tik op het veld Time Zone (Tijdzone) en selecteer de tijdzone die van toepassing is op uw locatie.
5. Tik ergens buiten het menu om dit te sluiten.
Signaalpad-compensatie (SPC) uitvoeren
Voer een SPC uit wanneer u het instrument ontvangt en met regelmatige tussenpozen voor de beste meetnauwkeurigheid. U moet een
SPC uitvoeren wanneer de omgevingstemperatuur (kamer) met meer dan 5 °C (9 °F) is gewijzigd, of eenmaal per week als u verticale
schaalinstellingen van 5 mV per divisie of minder gebruikt.
Over deze taak
Met signaalpad-compensatie (SPC) worden onjuistheden op DC-niveau in het interne signaal, die worden veroorzaakt door
temperatuurvariaties en/of langdurige afwijking van het signaalpad, gecorrigeerd. Het niet regelmatig uitvoeren van een SPC kan ertoe
leiden dat het instrument niet voldoet aan de gegarandeerde prestatieniveaus op laagspanning per divisie-instelling.
Voordat u begint
Koppel alle sondes en kabels los van de kanaalingangen op het voorpaneel en de signaalaansluitingen op het achterpaneel.
Procedure
1. Schakel het instrument in en laat het ten minste 20 minuten opwarmen.
2. Tik op Utility > Calibration (Hulpprogramma > Kalibratie).
3. Tik op Run SPC (SPC uitvoeren). De SPC-statusaflezing laat Running (Wordt uitgevoerd) zien als de SPC wordt uitgevoerd. Het
uitvoeren van een SPC kan ongeveer drie minuten per kanaal duren, dus wacht tot het SPC-statusbericht wijzigt in Pass (Goed)
voordat u de sondes of kabels loskoppelt en het instrument gebruikt.
Let op!: U kunt de SPC-kalibratie afbreken door te tikken op Abort SPC (SPC afbreken). Hierdoor blijven sommige kanalen
mogelijk niet-gecompenseerd, wat kan leiden tot onnauwkeurige metingen. Als u de SPC afbreekt, moet u ervoor zorgen dat u
de SPC-procedure volledig voltooit voordat u het instrument gaat gebruiken om metingen te doen.
4. Sluit het configuratievenster Calibration (Kalibratie) wanneer de SPC is voltooid.
Als de SPC mislukt, schrijft u de tekst van het foutbericht op. Controleer of alle sondes en kabels zijn losgekoppeld en voer de SPC
nogmaals uit. Neem contact op met de klantenservice van Tektronix als de SPC nog steeds mislukt.
De sondes van de TPP-serie compenseren
Met sondecompensatie wordt de hoge frequentie-respons van een sonde aangepast voor de beste vastlegging van een golfvorm en
metingsnauwkeurigheid. De oscilloscoop kan compensatiewaarden automatisch testen en opslaan voor een onbeperkt aantal sonde/
kanaal-combinaties.
Over deze taak
De oscilloscoop slaat de compensatiewaarden voor elke sonde/kanaal-combinatie op, en haalt de compensatiewaarden automatisch terug
wanneer u de sonde aansluit. De status van de sondecompensatie wordt getoond in het paneel Probe Setup (Sondeconfiguratie) van het
configuratiemenu Channel (Kanaal).
•
Als het statusveld van de sondecompensatie Pass (Goed) weergeeft, wordt de sonde gecompenseerd en is deze klaar voor gebruik.
•
Als het statusveld van de sondecompensatie Default (Standaard) weergeeft, zijn de aangesloten sondes niet gecompenseerd en moet
de procedure voor sondecompensatie worden uitgevoerd.
•
Als het statusveld van de sondecompensatie Fail (Mislukt) weergeeft, is de procedure voor sondecompensatie van de aangesloten
sonde mislukt. Sluit de sonde opnieuw aan en voer de sondecompensatie opnieuw uit.
Oscilloscopen 4-serie B met gemengd signaal MSO44B en MSO46B Snelle handleiding
Het instrument configureren
47