4
A
NL
1
2
VOORREM
VLOEISTOFNIVEAU VOORREM
CONTROLEREN
Controleer via het niveaulampje A de aan-
wezigheid van remvloeistof. Het minimumni-
veau van de vloeistof mag nooit minder zijn
dan de verkregen referentie op het lampje.
VLOEISTOF VOORREM
BIJVULLEN
Ga over tot bijvullen om het niveau weer te
herstellen, door de twee schroeven 1 los te
draaien, de deksel 2 op te heffen, en de
remvloeistof tot 5 mm onder de bovenrand
van het reservoir bij te vullen.
De vloeistof vermeld in de tabel ''Aanbe-
volen smeermiddelen en vloeistoffen" op
pag. 16 gebruiken.
LET OP:
De remvloeistof is zeer corrosief, laat
geen enkele druppel vallen op de
gelakte onderdelen van het voertuig.
Voor het uitvoeren van deze hande-
ling is het noodzakelijk bescher-
mende handschoenen te gebruiken.
Vloeistof buiten het bereik van kinde-
ren houden.
LET OP: Laat de vloeistof niet in
aanraking komen met huid, ogen of
kleding. In geval van aanraking:
- met de ogen, onmiddellijk met water
spoelen en een arts raadplegen;
- met de huid, onmiddellijk met zeep en
water de betreffende gebieden reinigen.
Vervang de kleding die in aanraking is
gekomen met de vloeistof.
Ga in geval van inname van de vloeistof
zo snel mogelijk over tot de interventie
van een arts.
56