Bediening en onderhoud van het apparaat / Onderhoud en reiniging
Het apparaat schakelt automatisch in als de vlot-
terschakelaar
meer dan 45° omhoog wordt
5
gekanteld.
De vlotterschakelaar
5
gesteld dat het omhoog en omlaag kan worden
gebracht op de plaats waar deze wordt gebruikt.
Zorg ervoor dat de vlotterschakelaar
of grond niet raakt voordat het apparaat wordt
uitgeschakeld.
Druk de klemmen van het hoogteverstelling-
smechanisme van de vlotterschakelaar
samen en duw ze in de houder van de vlotter-
schakelaar
.
7
Zodra u dit heeft gedaan, laat u de klemmen
los.
Stel het in-/uitschakelpunt in door
- de positie van het hoogteverstellingsmecha-
nisme van de vlotterschakelaar
- de lengte van de kabel van de vlotter-
schakelaar
aan te passen. Duw/trek de
6
kabel van de vlotterschakelaar
oogje op het hoogteverstellingsmechanisme
van de vlotterschakelaar
Een lager ingestelde stand en een korter
ingestelde kabel zijn geschikt voor een laag
waterpeil.
Een hoger ingestelde stand en een langer
ingestelde kabel zijn geschikt voor een hoog
waterpeil.
Het apparaat in water on-
derdompelen
WAARSCHUWING!
TRISCHE SCHOKKEN!
Een onjuiste elektrische installatie of een te hoge
systeemspanning kan tot elektrische schokken
leiden.
Zorg ervoor dat de stekker zich in een over-
stromingsbestendige ruimte bevindt.
Zorg ervoor dat er geen personen aanwezig
zijn in de ruimte die moet worden leegge-
pompt.
52
NL/BE
moet zo worden in-
de vloer
5
8
in te stellen.
8
door het
6
.
8
RISICO OP ELEK-
OPMERKING! RISICO OP BESCHADIG-
ING!
Verkeerd gebruik van het apparaat kan leiden tot
schade aan het apparaat.
Installeer het apparaat niet door het op te
hangen met behulp van de drukslang of de
voedingskabel.
Houd rekening met de maximale dompeldi-
epte.
Let op de potentiële opvoerhoogte.
Zorg ervoor dat de maximale watertemper-
atuur niet wordt overschreden.
Controleer of de drukleiding stevig aan het
apparaat is bevestigd.
Zorg ervoor dat de ruimte die moet worden
leeggepompt minstens 40 x 40 x 50 cm
groot is, zodat de vlotterschakelaar vrij kan
bewegen.
Dompel het apparaat schuin onder in het
water, zodat er zich geen luchtbellen kunnen
vormen in het aanzuiggedeelte
Zet het apparaat rechtop nadat het volledig is
ondergedompeld.
Laat het apparaat langzaam naar de bodem
zakken terwijl u de bevestigingskabel
vasthoudt.
Voer een testrun uit bij een laag waterpeil.
Zorg dat het apparaat stevig op de vloer van
het werkgebied staat.
Steek de stekker van de aansluitkabel
een correct geïnstalleerd stopcontact.
Het apparaat begint automatisch te pompen.
Onderhoud en reiniging
Reiniging
OPMERKING! RISICO OP BESCHADIG-
ING!
Verkeerd gebruik van het apparaat kan leiden tot
schade aan het apparaat.
Gebruik geen agressieve schoonmaakmid-
delen, borstels met metalen of nylon haren, of
scherpe of metalen schoonmaakvoorwerpen,
zoals messen, harde spatels en dergelijke.
Deze kunnen de oppervlakken beschadigen.
.
4
13
in
2