Controle vóór aanvang van de werkzaamheden
De volgende controle moet vóór aanvang van iedere werkperiode of na elke vier bedrijfsuren, welke van beide zich het eerst voordoet,
uitgevoerd worden. Raadpleeg de sectie Onderhoud voor meer informatie. Indien er wat voor storing dan ook wordt aangetroffen, mag
de trilplaat pas weer gebruikt worden als de storing is verholpen.
1. Inspecteer de trilplaat grondig op tekenen van beschadiging. Controleer of er geen componenten ontbreken en of ze goed
bevestigd zijn. Controleer in het bijzonder de riembeschermkap.
2. Controleer het peil van de motorolie en van de hydraulische olie en vul zo nodig olie bij.
3. Controleer het motorbrandstofpeil en vul zo nodig brandstof bij.
4. Controleer op lekkage van brandstof, olie en hydraulische vloeistof.
Benzinemotor van Honda
1. Zet de brandstoftoevoer open (ON) door de brandstoftoevoerhendel helemaal naar
rechts te duwen.
2. Zet bij het starten van een koude motor de choke open (ON) door de chokehendel
helemaal naar links te duwen. Bij het opnieuw starten van een warme motor hoeft
de choke in de regel niet gebruikt te worden; maar is de motor enigermate
afgekoeld, dan kan het nodig zijn de choke gedeeltelijk open te zetten.
3. Zet de schakelaar om de motor AAN / UIT te zetten met de wijzers van de klok
mee in stand 'I'.
4. Zet de gasklep in de stand voor stationair toerental door de gashendel helemaal
naar rechts te bewegen. Start de motor niet op volgas, want de trilplaat gaat
meteen trillen zodra de motor aanslaat.
5. Houd de bedieningshendel met één hand goed vast en trek met de andere hand
aan de repeteerstarter totdat u weerstand van de motor voelt. Laat de starter
vervolgens los.
6. Trek met een inke ruk aan het koord van de starter, maar let erop dat u het niet volledig uittrekt.
7. Herhaal deze handeling totdat de motor aanslaat.
8. Zet, zodra de motor loopt, de chokehendel geleidelijk aan in de stand UIT (OFF) door de hendel naar rechts te duwen.
9. Als de motor na verscheidene pogingen nog niet wil aanslaan, volg dan de aanwijzingen in de storingzoekgids op.
10. Zet de motor uit door eerst de gasklep in de stand voor stationair toerental te zetten en
vervolgens de schakelaar om de motor AAN / UIT te zetten tegen de wijzers van de klok in in
stand 'O' te zetten.
11. Draai de brandstoftoevoer dicht.
Hatz Diesel Engine (Startslinger)
1. Motor, indien mogelijk, van de machine waardeze is opgebouwd loskoppelen. Schakel demachine op onbelast.
2. Zet de toerentalverstelhefboom „1" in de standSTART of in de middenpositie tussen deSTART- en STOP stand in. In het laatste
gevalrookt de motor minder kort na het starten.
3. Let er op dat de stophefboom, indien ge-monteerd, in de stand START staat
4. Dekompressiehefboom tot aan aanslag „1"draaien. In deze stand is automatische dekom-pressie geheel ingeschakeld.
5. Als de dekompressiehefboom tot aan de aanslag„1" gedraaid is, duurt het vijf omwentelingenvoordat de motor weer kompressie
maakt enaan kan slaan.
6. Aanzetslinger met beide handen vastpakken enmet toenemende snelheid draaien. Wanneer dedekompressiehefboom stand „0"
bereikt heeft,moet de hoogst mogelijke snelheid bereiktzijn. Zodra de motor start, aanzetslinger uit deslingersteun nemen.
7. Treedt tijdens het starten door onvoldoendekrachtig slingeren een terugslag op, waarbij demotor onder bepaalde omstandigheden
integengestelde draairichting kan aanslaan, laatdan de startslinger onmiddelijk los en stop demotor.
8. Wacht tot de motor volledig tot stilstand is gekomen, en begin dan met een nieuwe start-procedure.
Controles Bij Stilstaande Motor
Aan-en Uitzetten
49
Gashendel
Chokehendel
Brandstoftoe-
voerhendel