storingsvrije werking van de motor en bovendien een basisvoorwaarde voor
garantieaanspraken.
De motor vooral uitwendig altijd schoonhouden, vooral het accuvak en de
ventilatiesleuven moeten altijd vrij van vreemde voorwerpen zijn (bijv. grasresten).
Een goede koeling is alleen gegarandeerd als de ventilatiesleuven altijd schoon en
vrij van vreemde voorwerpen zijn.
Schoonmaken resp. vervangen van het luchtfilter (afbeelding W +
W1)
BELANGRIJK
Nooit de motor met gedemonteerd luchtfilter starten of laten lopen.
–
Draai de vergrendelingsschakelaar op het luchtfilter linksom volgens het
symbool (1) W.
–
Verwijder het luchtfilter W1.
–
Reinig het filterelement (2) om de 50 bedrijfsuren W1.
Bij lichte verontreiniging voorzichtig uitkloppen op een glad oppervlak. Bij
sterke vervuiling of beschadiging vervangen. Filter niet uitspoelen, niet
schoonblazen met perslucht en niet invetten.
–
Plaats na reiniging of vervanging het filterelement (2) in de luchtfilterplaat (1).
Het materiaal mag nergens golven W1.
–
Plaats het luchtfilter op de juiste manier in de motoreenheid.
–
Druk op de vergrendelingsschakelaar op het luchtfilter en draai deze rechtsom
volgens het symbool (2) om het luchtfilter vast te zetten W.
Bij ongunstige gebruiksomstandigheden (sterke stofontwikkeling) moet
elke keer na het maaien worden gereinigd. Filterinzetstuk elk jaar of om de
100 bedrijfsuren vervangen.
(voor bestelnr. filterelement zie hoofdstuk "Originele reserveonderdelen en
toebehoren")
20 OORZAKEN VAN STORINGEN EN HET VERHELPEN
DAARVAN
Storingen
Mogelijke oorzaken
Startroutine niet correct
Motor start niet
uitgevoerd
Accu niet opgeladen
Accu werkt niet of kan niet
worden opgeladen
Maaihoogte
ingesteld (te hoog gras
belemmert het starten van
de motor)
Grasophoping
binnenkant
behuizing
Luchtfilter vuil
Bowdenkabel uitgerekt
Oplossing
Druk op de Aan/Uit-knop op
de motoreenheid om de
stand-bymodus
in
schakelen.
Druk binnen 120 seconden
op
de
knop
aan
bovenstang en houd deze
ingedrukt.
Leg
veiligheidsschakelbeugel
om.
Mesmotor en mes starten.
Hierna kunt u de knop (2)
loslaten.
veiligheidsschakelbeugel
blijft u vasthouden om het
mes door te laten lopen.
Zolang het apparaat in de
stand-bymodus
(stap 1), zijn de stappen 2
en 3 voldoende om de
mesmotor
opnieuw
starten.
Accu opladen (zie aparte
gebruiksaanwijzing van de
lader).
Accu vervangen.
te
laag
Grotere
maaihoogte
instellen I. Machine bij het
starten kantelen.
aan
de
Gras
in
de
snijruimte
van
de
verwijderen, spleet tussen
mes
en
behuizing
schoonhouden (eerst de
accu('s) verwijderen N2!).
Luchtfilterelement
schoonmaken of vervangen
W + W1.
Door
een
erkende
werkplaats laten controleren
en
indien
nodig
Motor
schakelt
tijdens het maaien
uit
Motorvermogen
neemt af
Maaier rijdt niet
te
de
de
De
Rijsnelheid kan
niet worden
staat
geregeld
te
Sterke
trillingen
(vibratie)
Maaibeeld
onzuiver,
gras wordt geel
laten
14
bijstellen.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Maaihoogte te laag
Grotere
instellen
Accu is leeg
Accu laden (zie aparte
gebruiksaanwijzing van de
lader).
Grasophoping
aan
de
Gras
binnenkant
van
de
verwijderen, spleet tussen
behuizing
mes
schoonhouden (eerst de
accu('s) verwijderen N2!).
Mesbalk stomp
Door
vakwerkplaats
naslijpen en uitbalanceren
Q.
Accuspanning laag
Accu laden (zie aparte
gebruiksaanwijzing van de
lader).
Grasophoping
aan
de
Gras
binnenkant
van
de
verwijderen, spleet tussen
behuizing
mes
schoonhouden (eerst de
accu('s) verwijderen N2!).
Luchtfilter vuil
Luchtfilterelement
schoonmaken of vervangen
W + W1.
Schakelbeugel voor de
Schakelbeugel
aandrijving
aandrijving aantrekken G.
niet aangetrokken
Snelheid werd ingesteld
Zet de snelheidsinstelling bij
terwijl
de
motor
niet
draaiende
hoogste
draaide
vervolgens in de laagste
stand terwijl de motor draait.
Riem losgesprongen
De snelheid mag alleen bij
draaiende motor worden
ingesteld
beschadigingen
voorkomen!
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Snelheid werd ingesteld
Zet de snelheidsinstelling bij
terwijl
de
motor
niet
draaiende
draaide
hoogste
vervolgens in de laagste
stand terwijl de motor draait.
Riem losgesprongen
De snelheid mag alleen bij
draaiende motor worden
ingesteld
beschadigingen
voorkomen!
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Door een geautoriseerde
vakwerkplaats
controleren.
Mesbalk stomp
Door
vakwerkplaats
naslijpen en uitbalanceren
Q.
Maaihoogte te laag
Grotere
instellen I.
Motortoerental te laag
Van "ECO" naar "TURBO"
zetten
"TOERENTAL
NL
laten
maaihoogte
I.
in
de
snijruimte
en
behuizing
een
erkende
laten
in
de
snijruimte
en
behuizing
voor
de
motor in de
stand
en
om
te
laten
laten
motor in de
stand
en
om
te
laten
laten
laten
een
erkende
laten
maaihoogte
(zie
hoofdstuk
VAN
DE