23 - WERKSTORINGEN
In deze paragraaf worden enkele storingen van de werking besproken die kunnen optreden met aanduiding van de oorzaak
en de procedure om de storing te verhelpen.
VISUALISERING
Led POWER LOGIC uit
Led POWER MOTOR uit
Led ERROR aan
Led ATTENTION knippert
Led ATTENTION aan
Led OVERLOAD aan
Lang voorknipperen van het
KNIPPERLICHT
De display visualiseert
ERR1
De display visualiseert
ERR2
De display visualiseert
ERR3
De display visualiseert
ERR4
De display visualiseert
ERR5
De display visualiseert
ERR6
De display visualiseert
ERR9
De display visualiseert
ERR10
De display visualiseert
ERR12
De display visualiseert
INIT
De display visualiseert
HALT
OMCHRIJVING
Voeding logica afwezig
Voeding van de inverter afwezig
Inverter gestoord
Inverter laad
Noodstop actief
Voeding accessoirs 24V overbelast
Als een startbevel wordt gegeven, gaat
het knipperlicht onmiddellijk aan maar
de opening van de deur wordt uitgesteld:
het aftellen van de cycli ingesteld voor de
onderhoudsingreep (Service) is gedaan
Software fout
Inverter gestoord
Test fotocellen gefaald
Fout eindschakelaar
De werkingstest van de veiligheidslijsten
heeft gefaald
Communicatiefout met inverter
Toegang tot programmeringsmenu
vergrendeld via CL1+
Werkingstest veiligheden verbonden met
ADI interface gefaald
Oververhitting inverter
Inverseur en charge
Noodstop actief
OPLOSSING
Zekering F1 controleren
Zekering F2 controleren
Verzend de besturingseenheid voor reparatie
De deur beweegt niet: Als de led uitgaat is de inverter
klaar en kan het manoeuvre starten
Deactiveer de Stop drukknop tussen de klemmen T1 en
T2. Als geen schakelaar is geïnstalleerd, moeten de twee
klemmen overbrugd worden
1. Verwijder het klemmenbord H1 - H8: de led
OVERLOAD gaat uit
2. Elimineer de oorzaak van de overbelasting (klemmen
E1-E3)
3. Installeer opnieuw het klemmenbord en controleer of
de led niet opnieuw aangaat
Ga naar het menu van de tellers en stel opnieuw de
parameter Service in
Verzend de besturingseenheid voor reparatie
Controleer of de motor correct is aangesloten. Als de fout
blijft, verzend de besturingseenheid voor reparatie
1. Controleer of er geen obstakels tussen de fotocellen
staan
2. Controleer of de fotocellen van het menu effectief zijn
geïnstalleerd en werken.
3. Als fotocellen van het type 2 worden gebruikt, ervoor
zorgen dat de item in het menu FOT2 is ingesteld op
CFCH
4. Als de fout blijft, de testtijd verhogen (parameter FT.TE)
Controleer of de eindschakelaars correct zij aangesloten
en door de verplaatsing van de deur worden geactiveerd
1. Controleer of de veiligheidslijsten van het menu
effectief zijn geïnstalleerd en werken.
2. Controleer of de besturingseenheid van de
veiligheidslijsten correct is aangesloten en werkt.
Als de fout blijft, verzend de besturingseenheid voor
reparatie
Voeg de module CL1+, waarmee de programmering werd
vergrendeld, in de ADI connector de besturingseenheid
gaat automatisch naar het PRG programmeringsmenu
Controleer of de veiligheden, aangesloten met de ADI
interface, correct zijn aangesloten en werken.
De melding verschijnt als het motorbedrijf wordt
onderbroken door een oververhitting van de inverter die
de motor stuurt, en wordt herhaald bij elk startbevel tot
de inverter afkoelt.
Voor de motor te starten, wachten tot de signalering
uitgaat
Deactiveer de Stop drukknop tussen de klemmen T1 en
T2. Als geen schakelaar is geïnstalleerd, moeten de twee
klemmen overbrugd worden
NEDERLANDS - 221 -