Veiligheidsvoorschriften
• De loc mag alleen met een daarvoor bestemd bedrjfssys-
teem (Märklin wisselstroom transformator 6647,
Märklin Delta, Märklin digitaal of Märklin Systems)
gebruikt worden.
Alleen transformatoren gebruiken die geschikt zijn
!
voor de bij u geldende netspanning.
In geen geval transformatoren voor een netspanning
van 220 V dan wel 110 V gebruiken.
• De loc mag niet vanuit meer dan één stroomvoorziening
gelijktijdig gevoed worden.
• Voor het conventionele bedrijf met de loc dient de
aansluitrail te worden ontstoort. Hiervoor dient men de
ontstoor-set 74046 te gebruiken. Voor het digitale bedrijf is
deze ontstoor-set niet geschikt.
• Lees ook aandachtig de veiligheidsvoorschriften in de
gebruiksaanwijzing van uw bedrijfssysteem.
De in het normale bedrijf voorkomende onderhouds-
werkzaamheden zijn verderop beschreven. Voor repa-
ratie of onderdelen kunt u zich tot uw Märklin winkelier
wenden.
Werking
• Mogelijke bedrijfssystemen:
Märklin Transformer 6647, Märklin Delta,
Märklin Digital, Märklin Systems.
• Herkenning van het bedrijfssysteem: automatisch.
• Instelbare adressen: 01 – 80
• Vanaf de fabriek ingesteld: 24
• Instelbare optrek- / afremvertraging (simultaan).Instelba-
re maximumsnelheid.
• Instellen van de locomotiefparameters (adres, optrek-
afremvertraging, maximumsnelheid): d.m.v. Control Unit,
Mobile Station of Central Station.
• Rijrichtingafhankelijke frontseinen.
Opmerking
Het is mogelijk dat deze locomotief zich niet in de
databank van het Mobile Station of het Central Station
bevindt. U kunt de locomotief dan besturen onder het
artikelnummer 36850
Elke aanspraak op garantie en schadevergoeding is uitgesloten, wanneer
in Märklin-producten niet door Märklin vrijgegeven vreemde onderdelen
ingebouwd en / of Märklin-producten omgebouwd worden en de ingebou-
wde vreemde onderdelen resp. de ombouw oorzaak van nadien opgetreden
defecten en / of schade was. De aantoonplicht en de bewijslijst daarom-
trent, dat de inbouw van vreemde onderdelen in Märklin-producten of de
ombouw van Märklin-producten niet de oorzaak van opgetreden defecten
en / of schade is geweest, berust bij de voor de inbouw en/of ombouw
verantwoordelijke persoon en / of firma danwel bij de klant.
5