HRIL 1/3
!
Waarschuwing
Maak zeker dat de bediener van het apparaat deze aanwijzingen
geheel begrijpt voordat het geïnstalleerd en gebruikt wordt. Het
produkt en de toebehoren zijn ontworpen voor gebruik met
perslucht.
Maximale bedrijfsdruk (e): 7 bar (0,7 MPa, 102 psi)
Bedrijfstemperatuur: 0°C -- +40°C
Om redenen van produktverantwoordelijkheid en --veiligheid
moet iedere wijziging aan het apparaat en de toebehoren
worden goedgekeurd door de Technisch Manager van de
fabrikant.
Alle plaatselijk geldende veiligheidsvoorschriften betreffende
installatie, bediening en onderhoud moeten ten alle tijde worden
nageleefd.
Installeer de balanceerinrichting slechts met een gemakkelijk
bereikbare afsluitklep vóór de aansluiting van de perslucht op het
apparaat.
Ter verhoging van de veiligheid moet er een tweede kabel of
ketting tussen de balanceerinrichting en een geschikt deel van
het fabrieksplafond worden bevestigd. Naast de boring voor de
hoofdophanging is hiervoor een tweede boring voorzien.
Sluit vóór onderhouds-- of servicewerkzaamheden eerst de
toevoer van perslucht af en ontlucht de slang. Neem ook de
spanning van de drijfveer af om beklemming te voorkomen.
Controleer of de inlaat-- en ophangslang in goede staat verkeren
en juist gemonteerd zijn.
Zorg ervoor dat alle aangesloten apparatuur "uit" staat voordat
de luchttoevoer wordt aangezet.
Plaats uw hand nooit in de buurt van de slanguitlaatbus op de
slang aangezien hij daar beklemd kan raken.
Luchttoevoer
De perslucht moet droog en gefiltreerd zijn. De luchtdruk moet
meestal door een drukregelaar worden geregeld. De filter en regelaar
moeten vóór de aansluiting van de perslucht op de
balanceerinrichting voor de slanghaspel maar er zo dicht mogelijk bij
in de buurt worden geïnstalleerd. Als er smering vereist is, moet er
een leidingsmeertoestel achter de filter en regelaar op het systeem
worden aangesloten. De juiste toepassing van perslucht garandeert
algehele efficiëntie van het systeem. De Atlas Copco
luchtbereidingseenheden in de MINI--reeks worden aanbevolen.
Afstellen van de spanning
Verhogen:
Draai het handwiel (34) naar links totdat de gewenste spanning is
verkregen.
Verlagen:
Houd het handwiel (34) tegen, beweeg de gebogen arm van de
borgveer (33) naar links en laat het handwiel geremd, d.w.z. door de
spanning van de drijfveer, roteren.
Let op:
Het handwiel (34) niet met de hand verdraaien om de
spanning te verlagen. Dit drijft de borgveer (33) uit zijn
houder op de kap waardoor de drijfveer (5) zich snel en
onbeheerst kan afwikkelen.
Demonteren
Benodigd servicegereedschap
Alle schroefdraden zijn rechtsdraaiend.
steeksleutel van
5,5 mm
sleutel van
8 mm
sleutel van
12 mm
sleutel van
14 mm
sleutel van
17 mm
Atlas Copco Tools - No. 9836 1002 02
Algemeen
Houd het inlaataansluitstuk (26) met een sleutel van 14 mm tegen en
maak de inlaatslangsamenstelling met een sleutel van 17 mm los.
Steek de steeksleutel (5,5 mm) door het inlaataansluitstuk om de
luchtinlaatas (22) tegen te houden en draai het inlaataansluitstuk los.
Verwijder de "O"--ring (25) en de ring (24). Houd de moeren (12) met
een sleutel van 8 mm vast, draai de schroeven (11) los en verwijder
ze waardoor de voorkap (1) vrijkomt.
Verwijder het handwiel (34) dat zich op het einde van de hoofdas (31)
bevindt. Druk de borgveer (33) met de hand uiteen en druk
tegelijkertijd de hoofdas (31) door de achterkap (2).
Verwijder de vier schroeven (10) en neem de kap (4) van de trommel
(3) af. Veer (5) blijft in de trommel, net als de draaikoppeling (21) en
de ophangslang met de buffer (53) en slanguitlaatbus (9). Verbreek
de verbinding tussen de draaikoppeling en de slang door de buismoer
(52) los te schroeven.
Let op:
Controleer of de klinknagels voor de veer in goede staat
verkeren. Wip de veer daarna van zijn plaats af met een
staaf die door de daarvoor aangebrachte gaten wordt
gestoken. Trek nooit aan de spoelen in het midden van de
veer.
De overige onderdelen zijn gemakkelijk uit elkaar te halen, met
uitzondering van de slangsamenstellingen, waarvoor verwezen moet
worden naar de diagrammen. Vervang de "O"--ringen (25 en 23).
Ophangslangsamenstelling
Houd de staafjes van het aansluitstuk (59) met een sleutel van 12
mm tegen en draai de buismoer (58) met een sleutel van 14 mm van
het aansluitstuk af. Neem de buismoer tezamen met de veer (57) van
de slang (51) af en maak de veer los van de buismoer. Draai de
klemschroef (54) los en verwijder de buffer (53) van de slang.
Inlaatslangsamenstelling
De werkwijze voor het demonteren van de inlaatslang is hetzelfde als
die voor de ophangslang, behalve dat de toevoerverbindingsmoer 17
mm is en de aansluitsamenstelling respectievelijk 14 mm en 17 mm.
Samenstellen
Benodigd vet: Molycote PG75 Plastislip
Algemeen
Het samenstellen gebeurt grotendeels in de omgekeerde volgorde
van het demonteren maar houd de volgende punten in gedachten.
A
Het spindeleinde van de hoofdas en de boring voor de
borgveer grondig ontvetten om een goed borgende greep te
verzekeren.
B
Controleer of de afstandkraag (7) samengesteld is en of de
drijfveer (5) in de slangtrommel (3), de kap van de
slangtrommel (4) en de hoofdas (31) verankerd is. Controleer of
de afstandring (8) op zijn plaats zit.
C
Vet de nieuwe "O"--ringen in. Plaats ze voorzichtig op de
groeven op de luchtinlaatas en op de borst van de as, bij het
inlaateinde.
D
Zorg er bij het bevestigen van de voorkap (1) op de achterkap
(2) voor, dat de uitlaatbus goed in de opening van iedere kap
zit alvorens het geheel met schroeven (11) en moeren (12) vast
te zetten.
E
Trek de ophangslang na het samenstellen maar voor het
instellen van de balanceerspanning geheel uit en geleid hem
daarna beheerst terug zodat de bewegingsvrijheid en de
montage kunnen worden gecontroleerd.
Nederlands - Aanwijzingen
11