Belichtingsstand
Door de sluitertijd en het diafragma te wijzigen
verbreedt u het bereik van visuele expressie.
Visuele expressie wordt verbeterd door de juiste
combinatie van sluitertijd en diafragma toe te
passen. De beweging van het onderwerp en de
manier waarop op het onderwerp wordt
scherpgesteld, worden bepaald door de sluitertijd
en het diafragma. Tegelijkertijd bepalen de
sluitertijd en het diafragma de helderheid van het
beeld door de belichting, d.i. de hoeveelheid licht
die wordt vastgelegd door de beeldsensor en is de
belangrijkste factor voor verbetering van
vastgelegde beelden, te corrigeren.
Helderheid door de belichting aan te passen
Onderbelichting
Belichting
Licht kan bijvoorbeeld gedurende een kortere tijd
bij een snellere sluitertijd worden vastgelegd,
wanneer de sluiter korter openstaat. Een gevolg
daarvan is dat het beeld donkerder zal zijn. Als u
het beeld helderder wilt maken is het nodig een
correctie toe te passen voor het gebrek aan licht
door het diafragma te openen, zodat meer licht
wordt vastgelegd, zolang de sluiter open staat.
"Belichting" is de aanpassing van de helderheid die
wordt uitgevoerd voor het vastleggen van beelden
door een combinatie van de sluitertijd en het
diafragma, zoals hierboven wordt beschreven.
Deze camcorder heeft 4 belichtingsstanden,
[Autom. programma], [Diafragmavoorkeuze],
[Sluitertijdvoorkeuze] en [Handm. belichting]. U
kunt als volgt een stand selecteren.
1
Druk op het instelwiel.
2
Selecteer het bestand van uw keuze door het
instelwiel te draaien en druk daarna op het
instelwiel.
Autom. programma (P)
In deze stand worden het diafragma en de
sluitertijd automatisch aangepast en u kunt Gain/
ISO, Creatieve stijl, Witbalans, enz., instellen en
aanpassen aan uw wensen.
Diafragmavoorkeuze (A)
Overbelichting
In deze stand kunt u de waarde van het diafragma
aanpassen door het instelwiel te draaien. De
sluitertijd wordt automatisch aangepast.
• Door het diafragma te openen kunt u
scherpstellen op het onderwerp en voorwerpen
en personen voor en achter het onderwerp
onscherp maken. Hoe verder u het diafragma
opent, des te smaller wordt het scherpstelbereik.
(Er ontstaat minder scherptediepte.)
• Door het diafragma te sluiten kunt u de diepte
van de omgeving weergeven. Hoe minder het
diafragma geopend is, des te breder wordt het
scherpstelbereik van voor naar achter. (Er
ontstaat meer scherptediepte.)
Sluitertijdvoorkeuze (S)
In deze stand kunt u de waarde van de sluitertijd
aanpassen door het instelwiel te draaien. De
diafragmawaarde wordt automatisch aangepast.
• Wanneer u een snellere sluitertijd gebruikt, lijkt
het of een bewegend onderwerp, zoals een
hardloper, auto's of de branding van de zee, is
stilgezet.
Vervolg
27
NL