Langere belichtingstijden dan de flits-
synchronisatietijd kunnen, afhankelijk
van de camerafunctie en gekozen flits-
synchronisatie wel worden gebruikt.
+
Bij camera's met centraalsluiter vindt
geen automatische sturing naar de
flitssynchronisatietijd plaats.
Daardoor kan met alle belichting-
stijden worden geflitst.
10.1 Automatische synchronisatie
x
Verschillende camera's ondersteunen
de automatische synchronisatie bij kor-
te belichtingstijden (zie de gebruik-
saanwijzing van de camera). Met deze
flitsfunctie is het mogelijk, ook bij kor-
tere tijden dan de flitssynchronisatie-
tijd een flitser te gebruiken.
Deze functie is interessant bij bijv.
portretten in een heldere omgeving, als
door een ver geopend diafragma (bijv. F
2,0) de scherptediepte begrensd moet
worden! De flitser ondersteunt de syn-
chronisatie bij korte belichtingstijden
in de functies TTL en M (Afhankelijk van
het type camera).
90
bij korte belichtingstijden
(HSS)
Natuurkundig bepaald wordt door deze
synchronisatie bij korte belichting-
stijden het richtgetal en daarmee
tevens de reikwijdte van de flitser
behoorlijk ingeperkt!
De synchronisatie bij korte belichting-
stijden wordt automatisch uitgevoerd
als op de camera met de hand, of auto-
matisch door het belichtingsprogram-
ma, een kortere belichtingstijd dan de
flitssynchronisatietijd is ingesteld.
Let er op, dat het richtgetal van de flit-
ser bij de synchronisatie bij korte
belichtingstijden mede afhangt van de
gekozen belichtingstijd:
hoe korter de belichtingstijd, des te
lager het richtgetal!
11 Automatische AF-meet-
flits
Zodra de omgeving zo donker is dat
automatisch scherpstellen niet meer
mogelijk is, wordt door de camera auto-
matisch de AF-meetflits
geactiveerd.
Daarbij wordt een streeppatroon op het
onderwerp geprojecteerd waarop de
in de flitser